ECLI:NL:RBMNE:2024:6332

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
10718014 UE VERZ 23-297
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vernietiging van besluit VvE en vervangende machtiging voor onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan appartement

In deze zaak heeft [verzoeker sub 1] c.s. op 22 september 2023 een verzoekschrift ingediend tegen de VvE, waarin zij de vernietiging van een besluit van de VvE vroegen. Dit besluit betrof de verantwoordelijkheid voor herstelwerkzaamheden aan de overdekte corridor van hun appartement, dat door lekkages niet meer bewoond kon worden. De VvE had op 22 augustus 2023 besloten om financiële verantwoordelijkheid te nemen voor de hersteloperatie, maar ook om de toestemming voor de gerealiseerde patio in te trekken. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 maart 2024, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek tot vernietiging van het besluit tijdig was ingediend, maar dat de VvE had verklaard dat [verzoeker sub 1] c.s. het appartement niet meer in de oorspronkelijke staat hoefden terug te brengen. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek van [verzoeker sub 1] c.s. geen belang meer had, en de kantonrechter wees de verzoeken af. Tevens werd [verzoeker sub 1] c.s. veroordeeld in de proceskosten van de VvE, die op € 406,50 werden vastgesteld. De beschikking werd uitgesproken op 28 augustus 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10718014 UE VERZ 23-297 TD/1475
Beschikking van 28 augustus 2024
in de zaak van

1.[verzoeker sub 1] ,

2.
[verzoekster sub 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
verzoekers,
hierna gezamenlijk te noemen in mannelijk enkelvoud: [verzoeker sub 1] c.s.,
advocaat mr. P.F.M. Broos te Utrecht,
tegen
de vereniging
VVE [.] [..] [...] [straat] [nummeraanduiding 1] E.V. TE [plaats 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerder,
hierna te noemen: de VvE,
advocaat mr. J.G.J. Elslo te Utrecht.
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:

1.mevrouw [belanghebbende 1] ,

2. mevrouw
[belanghebbende 2],
3. de heer
[belanghebbende 3],
4. de heer
[belanghebbende 4-I]en mevrouw
[belanghebbende 4-II],
5. de hee
[belanghebbende 5],
6. mevrouw
[belanghebbende 6],
7. mevrouw
[belanghebbende 7],
8. mevrouw
[belanghebbende 8],
9. de heer
[belanghebbende 9],
10. mevrouw
[belanghebbende 10-I]en de heer
[belanghebbende 10-II],
11. de heer
[belanghebbende 11-I]en mevrouw
[belanghebbende 11-II],
12. de heer
[belanghebbende 12-I]en mevrouw
[belanghebbende 12-II],
13. de heer
[belanghebbende 13],
14. mevrouw
[belanghebbende 14],
15. mevrouw
[belanghebbende 15],
allen wonende te [woonplaats] .

1. De procedure

1.1.
Op 22 september 2023 heeft [verzoeker sub 1] c.s. een verzoekschrift ingediend jegens de VvE. De VvE heeft op 29 november 2023 gereageerd in de conclusie van antwoord tevens verweerschrift. Op 15 maart 2024 heeft de VvE aanvullende producties ingediend. Op 22 maart 2024 heeft [verzoeker sub 1] c.s. een akte overlegging producties en vermeerdering van eis ingediend.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft – gezamenlijk met de mondelinge behandeling van de dagvaarding van [verzoeker sub 1] c.s. tegen de VvE (rolnummer C/16/563578 / HA ZA 23-632) – plaatsgevonden op 27 maart 2024. De heer [verzoeker sub 1] en mevrouw [verzoekster sub 2] zijn in persoon verschenen vergezeld door mr. Broos. Namens de VvE zijn verschenen de heer [belanghebbende 12-I] (voorzitter), de heer [belanghebbende 4-I] (bestuurder) en de heer [belanghebbende 10-II] (bestuurder) vergezeld door mr. Elslo. Verder zijn de volgende belanghebbenden verschenen: mevrouw [belanghebbende 2] , de heer [belanghebbende 3] , de heer [belanghebbende 5] , mevrouw [belanghebbende 6] , mevrouw [belanghebbende 7] , de heer [belanghebbende 8] , mevrouw [belanghebbende 10-I] , de heer [belanghebbende 11-I] , mevrouw [belanghebbende 11-II] , mevrouw [belanghebbende 14] en de heer [belanghebbende 15] . Mr. Broos en mr. Elslo hebben pleitaantekeningen respectievelijk spreekaantekeningen overgelegd en voorgedragen. De heer [verzoeker sub 1] heeft een statement voorgedragen en overgelegd. Van hetgeen verder is besproken heeft de griffie aantekeningen bijgehouden.
1.3.
Vervolgens is bepaald dat een beschikking wordt gegeven op dezelfde dag dat in deze zaak eveneens een vonnis wordt uitgesproken.

2.Het geschil

2.1.
Dit geschil heeft betrekking op het appartementsgebouw gelegen aan de [straat] [nummeraanduiding 1] te [plaats 1] . Het appartementsgebouw is bij akte van splitsing (hierna: de splitsingsakte) van 28 april 2004 gesplitst in 32 appartemensrechten (16 woningen en 16 parkeerplaatsen). Ook is in de splitsingsakte de VvE opgericht.
2.2.
[verzoeker sub 1] c.s. zijn eigenaar van het appartementsrecht dat recht geeft op het uitsluitend gebruik van de woning met terras gelegen op de derde verdieping plaatselijk bekend als [straat] [nummeraanduiding 2] , indexnummer [indexnummer] (hierna: het appartement). Het appartement is gelegen op de bovenste verdieping van het appartementsgebouw.
2.3.
De (vier) appartementen op de bovenste verdieping van het appartementsgebouw zijn – oorspronkelijk – voorzien van een inpandig terras dat aan drie zijden was ingesloten door de buitengevel van het betreffende appartement en aan één zijde door een balustrade. Deze constructie wordt door partijen aangeduid als (open) loggia.
2.4.
Tijdens de ontwikkeling van het appartementsgebouw heeft de vorige eigenaar [1] van het appartement het bouwplan aangepast in die zin dat er een – zoals partijen dat aanduiden – patio(constructie) is gebouwd zoals op onderstaande illustratie in het rood is weergegeven.
2.5.
Dit komt voor het in het rood weergegeven deel neer op de volgende constructie:
­ de balustrade aan de voorzijde is vervangen door een glazen pui;
­ ter afsluiting van het blauwe deel is een glazen pui aangebracht;
­ er is een glazen dakconstructie en nieuwe vloer met verwarming aangebracht;
­ de vaste glazen puien aan beide zijkanten zijn verwijderd.
Dit alles had tot gevolg dat er een extra overdekte corridor is ontstaan tussen de kamer en de keuken. Het rode deel zal hierna met overdekte corridor worden aangeduid en het blauwe met de open loggia. In die zin worden ook de vorderingen van [verzoeker sub 1] c.s. begrepen en onder 3.1. geherformuleerd.
2.6.
Naar aanleiding van lekkages in het appartement [verzoeker sub 1] c.s. is er destructief onderzoek uitgevoerd. Als gevolg daarvan is het appartement (tot op heden) niet meer bewoond door [verzoeker sub 1] c.s.
2.7.
Op 22 augustus 2023 heeft een algemene ledenvergadering van de VvE plaatsgevonden. Op deze vergadering is onder meer het volgende besluit genomen: [2]
“(…)
5. Gevraagde besluiten bestuur en in stemming
Het bestuur van de VvE [straat] vraagt de leden kennis te nemen van alle stukken en haar standpunt te bepalen. Het bestuur adviseert de leden het volgende besluit te nemen:

De VvE accepteert, op basis van het uitgevoerde onderzoek, financiële verantwoordelijkheid voor de hersteloperatie van de loggia constructie in de vier boven appartementen en start de verkenning van een procedure om de kosten te verhalen op bouwer en projectontwikkelaar.

De toestemming (zo die al is gegeven) voor de gerealiseerde patio in te trekken en [verzoeker sub 1 (voornaam)] en [verzoekster sub 2 (voornaam)] te verzoeken de loggia volgens het door de gemeente goedgekeurde bouwplan terug te bouwen.

Geen verantwoordelijkheid te nemen voor de gevolgschade.
(…)
De secretaris concludeert dat het voorstel is aangenomen, met 10 stemmen voor, 6 stemmen tegen en geen onthoudingen.
(…)”
2.8.
Bovengenoemd besluit wordt hierna het bestreden besluit genoemd.
Partijen verschillen indringend van mening over de vraag wie aansprakelijk is voor de betaling van de (herstel)kosten. Dat heeft geleid tot het aanhangig maken van deze procedure.

3.De verzoeken en het verweer

3.1.
[verzoeker sub 1] c.s. heeft, gecombineerd in één processtuk, zowel een verzoekschrift als een dagvaarding bij de rechtbank ingediend. In de verzoekschriftprocedure vraagt [verzoeker sub 1] c.s. de kantonrechter om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. het bestreden besluit te vernietigen;
II. aan [verzoeker sub 1] c.s. vervangende machtiging ex art. 5:121 BW te verlenen voor uitvoeren van alle benodigde onderhouds-, vernieuwings- en herstelwerkzaamheden aan de overdekte corridor van het appartement aan [straat] [nummeraanduiding 2] te [plaats 1] , een en ander zoals omschreven in de offerte van [onderneming 1] [3] d.d. 11 september 2023;
III. te bepalen dat de kosten voor de onderhouds-, vernieuwings- en herstelwerkzaamheden van de overdekte corridor zoals bedoeld onder punt II door de VvE worden voldaan, tot een maximum van € 15.000,00 boven het bedrag dat daarvoor is opgenomen in de offerte van [onderneming 1] d.d. 11 september 2023;
IV. te bepalen dat alle leden van de VvE ieder conform de breukdelen zoals opgenomen in de splitsingsakte moeten bijdragen aan de kosten van de onderhouds-, vernieuwings- en herstelwerkzaamheden zoals bedoeld onder punt II;
V. de VvE te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De VvE concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [verzoeker sub 1] c.s. in zijn verzoek althans tot afwijzing van de verzoeken. Bij voorwaardelijk tegenverzoek, voor zover enig verzoek van [verzoeker sub 1] c.s. (gedeeltelijk) wordt toegewezen, vraagt de VvE te bepalen dat de kosten voor het herstel van de overdekte corridor van appartement nummer [nummeraanduiding 2] voor rekening van de eigenaren van appartement nummer [nummeraanduiding 2] komen en die ook in de toekomst verantwoordelijk zijn voor het onderhoud en herstel daarvan. Tot slot vraagt de VvE [verzoeker sub 1] c.s. te veroordelen in de kosten van de procedure. [verzoeker sub 1] c.s. hebben geconcludeerd tot afwijzing van het voorwaardelijk tegenverzoek.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Voorop gesteld wordt dat uit het verzoekschrift (tevens dagvaarding) en de daarop geven toelichting blijkt dat de verzoeken en het voorwaardelijk tegenverzoek zien op de overdekte corridor, zoals hierboven nader is omschreven. Verder staat tussen partijen niet ter discussie dat de lekkages in de open loggia in ieder geval deels worden veroorzaakt door constructiefouten in dan wel onder de dorpels van de glazen puien, die de loggia afscheiden van het privégedeelte. De VvE heeft in dit verband meegedeeld dat deze fouten zich (in mindere mate) ook voordoen bij de andere 3 loggia’s op de bovenste verdieping. Zij heeft aangegeven voor het herstel daarvan verantwoordelijk te zijn. Daarom is in de ledenvergadering van 22 augustus 2023 besloten dat de VvE verantwoordelijkheid neemt voor verder onderzoek en herstel van de geconstateerde (vocht)schade. Voor zover de verzoeken van [verzoeker sub 1] c.s. daarop zien, moeten zij bij gebrek aan belang worden afgewezen.
4.2.
De kern van het geschil in deze verzoekschriftprocedure betreft de vraag of het bestreden besluit moet worden vernietigd. In algemene zin wordt overwogen dat vernietiging van een dergelijk besluit in beginsel slechts mogelijk is wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen, wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW en wegens strijd met een reglement. [4] Het verzoek tot vernietiging dient te worden gedaan binnen een maand na de dag waarop de verzoeker van het besluit kennis heeft genomen of daarvan kennis heeft kunnen nemen. [5] Vast staat dat het verzoekschrift op 22 september 2023 per e-mail is ingediend. Daarmee is het verzoek tot vernietiging tijdig gedaan, namelijk binnen een maand na 22 augustus 2023. [verzoeker sub 1] c.s. is ontvankelijk in zijn verzoeken die hierna inhoudelijk zullen worden beoordeeld.
4.3.
[verzoeker sub 1] c.s. heeft een aantal feitelijke en juridische gronden aangevoerd die zouden moeten leiden tot vernietiging van het bestreden besluit. De kantonrechter komt om de volgende redenen niet meer toe aan de beoordeling daarvan. Anders dan in het verweerschrift is door (het bestuur van) de VvE bij gelegenheid van de mondelinge behandeling ondubbelzinnig verklaard dat [verzoeker sub 1] c.s. het appartement van [verzoeker sub 1] c.s. niet meer in de oorspronkelijke staat behoeft terug te brengen indien de rechtbank van oordeel is dat de overdekte corridor deel uitmaakt, althans is gaan uitmaken, van het privégedeelte van het appartement van [verzoeker sub 1] c.s. Uit het vonnis in de tussen partijen aanhangige dagvaardingsprocedure, dat ook heden is uitgesproken, blijkt dat aan deze voorwaarde is voldaan. Daarom mag de VvE in en buiten rechte aan deze toezegging worden gehouden. Dat betekent dat [verzoeker sub 1] c.s. de overdekte corridor niet meer hoeft af te breken en niet meer hoeft terug te brengen in de oorspronkelijk staat. Daarmee komt belang te ontvallen aan het verzoek van [verzoeker sub 1] c.s. en zal de gevraagde vernietiging worden afgewezen.
4.4.
Het oordeel van de rechtbank dat de overdekte corridor deel uitmaakt, althans is gaan uitmaken, van het privégedeelte van het appartement van [verzoeker sub 1] c.s. staat ook in de weg aan de toewijsbaarheid van diens tweede verzoek. Immers, op grond van dit oordeel is voor de benodigde onderhouds-, vernieuwings- en herstelwerkzaamheden van de overdekte corridor is geen toestemming of medewerking vereist van een of meer andere appartementseigenaars en/of de VvE. [verzoeker sub 1] c.s. kan en behoort dit zelfstandig te doen.
De omstandigheid dat [verzoeker sub 1] c.s. zelf verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de betaling van de genoemde onderhouds-, vernieuwings- en herstelwerkzaamheden bezegelen ook het lot van het derde en vierde verzoek, die - kort gezegd - de strekking hebben de VvE en de overige appartementseigenaars hierin te laten delen.
4.5.
Afwijzing van alle verzoeken van [verzoeker sub 1] c.s. betekent eveneens dat aan de beoordeling van het voorwaardelijk ingestelde tegenverzoek niet meer wordt toegekomen.
4.6.
[verzoeker sub 1] c.s. is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van de VvE betalen. Aangezien deze verzoekschriftprocedure verbonden is aan de dagvaardingsprocedure (beide zaken hebben immers betrekking op hetzelfde feitensubstraat waaruit verschillende vorderingen en verzoeken voortvloeien), de VvE in één processtuk op de verzoeken en de vorderingen heeft gereageerd en de procedures gelijktijdig op zitting zijn behandeld, is de kantonrechter van oordeel dat het salaris (in beide procedures) dient te worden beperkt. Het salaris wordt daarom berekend met een factor van 0,75. De proceskosten van de VvE worden gelet op het voorgaande begroot op salaris gemachtigde € ‭406,5‬0 (2,0 punten × factor 0,75 × tarief € 271,00).‬‬‬‬
4.7.
Deze proceskostenveroordeling wordt niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard omdat dit niet is verzocht.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de verzoeken van [verzoeker sub 1] c.s. af;
5.2.
veroordeelt [verzoeker sub 1] c.s. in de proceskosten van € 406,5‬0.
Deze beschikking is gewezen door mr. J.M.P. Drijkoningen en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024. [6]

Voetnoten

1.Tevens de eigenaar van [onderneming 2] B.V., de projectontwikkelaar van het appartementsgebouw.
2.Productie 29 bij dagvaarding.
3.De kantonrechter begrijpt dat bedoeld wordt: [onderneming 1] B.V. te [plaats 2] .
4.Artikel 2:15 BW in samenhang gelezen met artikel 5:130 BW.
5.Artikel 5:130 lid 2 BW.
6.type: 50464