ECLI:NL:RBMNE:2024:6316

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
15 november 2024
Zaaknummer
583874 / HA RK 24-202
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek na einduitspraak in hoofdzaak te laat ingediend

Op 14 november 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek dat was ingediend door verzoeker tegen mr. M. Ramsaroep, de behandelend rechter in de hoofdzaak met zaaknummer 10833434 UC EXPL 23-8411. Verzoeker heeft het wrakingsverzoek op 7 november 2024 per e-mail ingediend, maar dit verzoek is te laat ingediend, aangezien de einduitspraak in de hoofdzaak op 4 september 2024 is gedaan. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een wrakingsverzoek alleen worden ingediend totdat de behandelend rechter de einduitspraak heeft gedaan. Aangezien verzoeker meer dan twee maanden na deze einduitspraak het wrakingsverzoek heeft ingediend, heeft de wrakingskamer besloten verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer: 583874 / HA RK 24-202
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van 14 november 2024
op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van:
[verzoeker] ,
(hierna: verzoeker).

1.De procedure

1.1.
Verzoeker heeft op 7 november 2024 per e-mail mr. M. Ramsaroep gewraakt. Mr. M. Ramsaroep (hierna: de rechter) was de behandelend rechter in de zaak met het zaaknummer 10833434 UC EXPL 23-8411 (hierna: de hoofdzaak).
1.2.
De wrakingskamer heeft, gelet op het onderstaande, afgezien van een mondelinge behandeling.

2.De beoordeling

2.1.
In artikel 36 Rv staat dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
De hoofdzaak is op 22 mei 2024 op zitting behandeld. Het eindvonnis is gewezen en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2024.
2.3.
Een wrakingsverzoek kan worden ingediend totdat de behandelend rechter einduitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak. Daardoor eindigt de procedure namelijk en is er dus geen “behandelend rechter” meer zoals wordt bedoeld in artikel 36 Rv.
2.4.
Verzoeker heeft het wrakingsverzoek ingediend ruim twee maanden na de einduitspraak van 4 september 2024 en dat is te laat. De wrakingskamer zal verzoeker daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn wrakingsverzoek.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing toe te sturen aan verzoeker, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, andere betrokken partijen, de teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkt en de president van deze rechtbank;
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, mr. D. Wachter en mr. Y.N.M. Rijlaarsdam als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. N.S. Stekkel, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.