ECLI:NL:RBMNE:2024:631

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 februari 2024
Publicatiedatum
12 februari 2024
Zaaknummer
UTR 23/2858
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing Wajong-uitkering door het Uwv na herhaalde aanvraag

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 5 februari 2024 uitspraak gedaan over de afwijzing van een Wajong-uitkering aan eiseres door het Uwv. Eiseres had in 2021 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die door het Uwv op 17 november 2021 werd afgewezen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard. Op 21 juli 2022 diende eiseres een herhaalde aanvraag in, die door het Uwv werd opgevat als een verzoek om terug te komen op de eerdere beslissing. Het Uwv besloot echter om bij de eerdere afwijzing te blijven, omdat er geen nieuwe informatie was die de afwijzing zou rechtvaardigen. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 3 oktober 2023, waarbij eiseres niet aanwezig was. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Eiseres stelde dat het Uwv niet goed naar haar situatie had gekeken en dat zij recht had op een Wajong-uitkering vanwege haar gezondheidsproblemen. De rechtbank heeft de medische rapporten van het Uwv beoordeeld en geconcludeerd dat deze zorgvuldig waren opgesteld en dat de conclusies over het arbeidsvermogen van eiseres juist waren. De rechtbank oordeelde dat eiseres op de datum van de eerste aanvraag arbeidsvermogen had en dat het Uwv terecht had besloten om geen Wajong-uitkering toe te kennen.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van het Uwv. Eiseres krijgt het griffierecht dat zij heeft betaald niet terug. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2858

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 februari 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (het Uwv), verweerder
(gemachtigde: mr. J.R. Staarthof).

Inleiding

1. In deze zaak is in geschil of eiseres recht heeft op een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015). Eiseres vindt dat zij daar recht op heeft en heeft daarom beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 19 juni 2023(het bestreden besluit). In dat besluit blijft het Uwv bij zijn beslissing om geen Wajong-uitkering toe te kennen.
2. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1985 en is in 2003 18 jaar geworden. Sinds 2015 heeft eiseres verschillende keren begeleiding naar werk gekregen van de gemeente Amersfoort. Dit heeft niet geleid tot duurzame plaatsing op de reguliere arbeidsmarkt. Eiseres heeft in 2018 bij het Uwv een ‘aanvraag beoordeling arbeidsvermogen’ ingediend voor een indicatie banenafspraak, maar deze is niet toegekend. Eiseres heeft in 2019 wel een indicatie banenafspraak gekregen van het Uwv, nadat de gemeente deze namens eiseres nogmaals had aangevraagd.
3. De Wajong-aanvraag die eiseres op 26 maart 2021 heeft ingediend is door het Uwv op 7 april 2021 ontvangen (de eerste aanvraag). Met de beslissing van 17 november 2021 heeft het Uwv deze aanvraag afgewezen omdat eiseres volgens de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige op het moment van de aanvraag over arbeidsvermogen beschikt. Het bezwaar dat eiseres tegen deze beslissing heeft gemaakt is door het Uwv met een besluit van 21 februari 2022 niet-ontvankelijk verklaard omdat eiseres niet concreet had aangegeven waarom ze het niet eens was met de beslissing. Daartegen zijn geen rechtsmiddelen aangewend.
4. Op 21 juli 2022 heeft eiseres opnieuw een Wajong-uitkering aangevraagd (de tweede aanvraag). Daarover gaat deze zaak. Het Uwv heeft deze aanvraag opgevat als een verzoek om terug te komen op haar beslissing van 7 november 2021, waarin eiseres’ aanvraag om een Wajong-uitkering is afgewezen. Met het besluit van 26 oktober 2022 (het primaire besluit) heeft het Uwv besloten om bij haar beslissing van 7 november 2021 te blijven, omdat er geen nieuwe of andere informatie in de tweede aanvraag staat. Eiseres is het niet eens met dit besluit en heeft daartegen bezwaar gemaakt. Met het bestreden besluit heeft het Uwv het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
5. Het beroep van eiseres is behandeld op de zitting van 3 oktober 2023. Eiseres was niet bij de zitting aanwezig. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De standpunten van partijen

6. Eiseres is het niet eens met de beoordeling door het Uwv. Volgens eiseres is niet goed naar bepaalde zaken gekeken en is niet het juiste oordeel over haar situatie gemaakt. Eiseres geeft aan een Wajong-uitkering nodig te hebben, omdat ze vaak overprikkeld is door lichamelijke pijn en daarom niet veel aankan. Eiseres wijst er verder op dat de conclusies van artsen elkaar tegenspreken. Een oorarts in Nederland heeft naar haar oren gekeken, maar gaf aan niets opmerkelijks te zien. Ze geeft aan ook ziek te zijn geworden doordat hij in haar oren had gekeken. Een arts in het buitenland vertelde haar dat hij vreesde dat wat zij had chronisch zou zijn en stuurde haar door naar een oorarts. Het Uwv blijft in beroep bij het standpunt dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering omdat zij arbeidsvermogen had op de datum van de eerste aanvraag van 7 april 2021.

Het beoordelingskader

Wanneer kun je een Wajong-uitkering krijgen?
7. In de regels van de Wajong 2015 staat dat je een Wajong-uitkering kunt krijgen als je jonggehandicapte bent. [1] In de wet staat ook beschreven wanneer iemand jonggehandicapte is. Je bent volgens de wet jonggehandicapte als je:
‘…als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, duurzaam geen mogelijkheden hebt tot arbeidsparticipatie.’. [2] Dit betekent dat een arts of een andere medisch deskundige heeft vastgesteld dat iemand door een medische oorzaak niet kan werken en dat dat ook duurzaam, dus blijvend is.
8. De eerste eis die de wet stelt is dat er
‘geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie’zijn. Daarvan is sprake als diegene:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon. [3]
De arbeidsdeskundige beoordeelt de eisen onder a en b en de verzekeringsarts beoordeelt de eisen onder c en d.
9. In deze zaak is verder sprake van een laattijdige aanvraag. Eiseres heeft namelijk niet op of rond haar achttiende jaar een Wajong-uitkering aangevraagd, maar op latere leeftijd. Het Uwv moet daarom eerst beoordelen of op de datum van ontvangst van de aanvraag (7 april 2021) arbeidsvermogen ontbreekt. Als eiseres op dat moment wel arbeidsvermogen heeft, komt zij niet in aanmerking voor een Wajong-uitkering. Pas als dit niet het geval is, wordt gekeken of dat op de voor de Wajong relevante beoordelingsmomenten (op de dag dat iemand achttien jaar wordt en/of tijdens de studie) of in de Amber-periode (de vijf jaar nadat iemand achttien is geworden) ook het geval was. Pas daarna wordt de duurzaamheid van het ontbreken van arbeidsvermogen beoordeeld.
Hoe moet de rechtbank het bestreden besluit toetsen?
10. In deze zaak is sprake van een herhaalde aanvraag om een Wajong-uitkering. Het Uwv kan op een herhaalde aanvraag op twee verschillende manieren beslissen. Hij kan ervoor kiezen om te beoordelen of er bij de herhaalde aanvraag nieuwe feiten of omstandigheden zijn vermeld en als dat niet zo is de aanvraag onder verwijzing naar de eerdere beslissing over de eerste aanvraag afwijzen. [4] Hij kan er ook voor kiezen om de herhaalde aanvraag inhoudelijk te behandelen en daarbij het eerdere besluit over de eerste aanvraag helemaal opnieuw te bekijken. Dat heeft het Uwv in deze zaak gedaan met het bestreden besluit. Het Uwv heeft namelijk in de bezwaarfase alsnog een volledige heroverweging gemaakt van de medische situatie van eiseres en haar arbeidsvermogen, op de datum van ontvangst van de eerste aanvraag op 7 april 2021. De rechtbank moet daarom in deze zaak aan de hand van de beroepsgronden eiseres het bestreden besluit toetsen alsof dit het eerste besluit is geweest op de aanvraag van 7 april 2021.
11. Volgens het Uwv had eiseres op 7 april 2021 wel arbeidsvermogen en heeft zij daarom geen recht op een Wajong-uitkering. De rechtbank moet beoordelen of deze conclusie juist is. Daarvoor kijkt zij naar de medische situatie van eiseres op dat moment.
Aan welke voorwaarden moeten rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen voldoen?
12. Het Uwv heeft het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van 18 juni 2023 van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep en op het rapport van 22 mei 2023 van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Het Uwv mag besluiten zoals in deze zaak baseren op rapporten van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, maar deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen:
- de rapporten moeten op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;
- ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en;
- de conclusies moeten voldoende begrijpelijk zijn.
Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze vereisten voldoen. Verder is het zo dat degene die het niet eens is met het oordeel van een verzekeringsarts dat moet onderbouwen met medische stukken. Bij de rechtbank werken immers geen artsen en de rechtbank kan zelf dus niet zomaar zeggen dat een verzekeringsarts een onjuiste medische conclusie heeft getrokken. Dit betekent dat hoe iemand zichzelf voelt zonder dat daar een medische onderbouwing van is niet genoeg is om bij de rechtbank gelijk te krijgen.
De beoordeling door de rechtbank
13. De rechtbank vindt dat eiseres in deze zaak geen gelijk heeft. Dat betekent dat de rechtbank het eens is met de beslissing van het Uwv om aan eiseres geen Wajong-uitkering toe te kennen. De rechtbank legt dat hieronder uit.
De zorgvuldigheid van de rapporten
14. De rechtbank is van oordeel dat de onderzoeken van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van het Uwv zorgvuldig zijn geweest. Bij de eerste aanvraag heeft de primaire verzekeringsarts dossierstudie verricht en eiseres op een spreekuur medisch onderzocht. De primaire arbeidsdeskundige heeft ook dossierstudie verricht, eiseres meerdere malen telefonisch gesproken en heeft overleg gehad met de primaire verzekeringsarts. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft eiseres gesproken tijdens een hoorzitting en daarbij is eiseres ook onderzocht. Daarnaast heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep dossierstudie verricht, inclusief de bevindingen van de primaire verzekeringsarts in zijn rapport van 3 mei 2019 en zijn aanvullende rapporten. Daarnaast heeft hij de informatie van de KNO-arts van 21 oktober 2022 die eiseres heeft ingebracht, bij de beoordeling betrokken. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft dossierstudie verricht, de polisadministratie en Suwinet geraadpleegd en eiseres gesproken tijdens de hoorzitting. Verder heeft hij op meerdere momenten overleg gehad met de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
De juistheid van het oordeel over het arbeidsvermogen
15. De rechtbank ziet geen aanleiding voor het oordeel dat de medische beoordeling onjuist is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben in hun rapporten inzichtelijk gemotiveerd dat aan elk van de hiervoor onder 8. genoemde criteria a. t/m d. wordt voldaan.
16. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat bij eiseres sprake is van chronische oorpijn, duizeligheid, misselijkheid, evenwichtsproblematiek, hyperacusis en extreme vermoeidheid. Daarnaast concludeert de verzekeringsarts bezwaar en beroep op basis van het eigen psychisch onderzoek dat sprake is van een reële lijdensdruk. Eiseres maakte bij het gesprek bovendien een gespannen en vermoeide indruk en had moeite om de aandacht gericht bij het gesprek te houden. De verzekeringsarts motiveert dat de problematiek geen medische reden is om er vanuit te gaan dat eiseres helemaal geen benutbare mogelijkheden heeft. Wel neemt de verzekeringsarts forse beperkingen aan voor haar klachten. Volgens de verzekeringsarts is een rustige en overzichtelijke werkplek aangewezen en mag eiseres niet worden blootgesteld aan overmatige auditieve prikkels. Daarnaast is eiseres volgens de verzekeringsarts vanwege haar oorproblematiek, ondanks dat daarvoor geen anatomisch substraat bestaat, energetisch fors beperkt en zijn de beperkingen zoals genoemd in het rapport van 3 mei 2019 door de primaire verzekeringsarts (ten aanzien van het leren en toepassen van kennis en algemene taken en eisen) aan de orde. Alles overwegend is eiseres met haar beperkingen volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep belastbaar voor minimaal 2 uur en maximaal 4 uur per dag, ervan uitgaande dat de arbeid niet stresserend en zeer eenvoudig is en in een prikkelarme omgeving kan worden uitgevoerd. Daarnaast kan eiseres volgens de verzekeringsarts 1 uur aaneengesloten werken zonder substantiële onderbreking. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te twijfelen. Eiseres heeft in beroep geen medische stukken overgelegd die tot een andere conclusie kunnen leiden en zij was ook niet aanwezig tijdens de zitting om een nadere toelichting te geven op haar standpunt dat onvoldoende naar bepaalde zaken zou zijn gekeken.
17. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport van 18 juni 2023 beoordeeld of eiseres een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie en of eiseres over basale werknemersvaardigheden beschikt. De primaire arbeidsdeskundige heeft twee taken geselecteerd die geschikt zijn voor eiseres, namelijk die van gegevens invoeren in de computer en die van het plaatsen van onderdelen op een printplaat. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep vindt dat eiseres de laatstgenoemde taak kan uitvoeren. Over de geschiktheid van deze taak licht hij toe dat de taak bestaat uit routinematig, eenvoudige en mentaal en fysiek licht belastende arbeidsverrichtingen en dat de taak voldoende externe structuur geeft. De taak wordt verder uitgevoerd in elektronicabedrijven, die in de regel een rustige en prikkelarme werkomgeving hebben. Omdat de taak wordt uitgevoerd in de buurt van een leidinggevende en collega’s kan eiseres zo nodig op hen terugvallen. Bij zijn beoordeling heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dan ook kenbaar rekening gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts heeft aangenomen op het gebied van de inrichting van de werkplek en auditieve prikkels. De rechtbank kan daarom volgen dat de geselecteerde taak geschikt is voor eiseres. Daarnaast kan de rechtbank de conclusie van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep volgen dat eiseres over basale werknemersvaardigheden beschikt. Daarvoor is nodig dat een werknemer de instructies van een werkgever kan begrijpen, uitvoeren en onthouden en in staat is gemaakte afspraken met een werkgever na te komen. Eiseres heeft weliswaar een beperking voor het richten en vasthouden van de aandacht en het zelfstandig ondernemen van enkelvoudige of meervoudige taak, maar zij heeft geen beperkingen volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep voor het ontwikkelen van vaardigheden, herinneren, uitvoeren van dagelijkse routinehandelingen, communiceren, interacties, relaties kunnen aangaan en omgaan met meerderen. Daarom heeft eiseres volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep wel basale werknemersvaardigheden en dat kan de rechtbank volgen.

Conclusie en gevolgen

18. De rechtbank vindt dat het besluit van het Uwv om aan eiseres geen Wajong-uitkering te geven klopt. Het Uwv mocht er op basis van de rapporten van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van uitgaan dat eiseres op 7 april 2021, dus bij de eerdere Wajong-aanvraag, arbeidsvermogen heeft. Het Uwv heeft daarom terecht beslist dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering.
19. Dit betekent dat het beroep ongegrond is. Eiseres krijgt daarom het griffierecht dat zij heeft betaald niet terug.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es-de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. C.L. Fix, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 5 februari 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 1a:2, eerste lid, van de Wajong.
2.Dit staat in artikel 1a:1 van de Wajong.
3.Dit staat in artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
4.Dit kan het Uwv doen op grond van artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.