In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 14 november 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag tot overname van schulden beoordeeld. Eiseres, een gedupeerde ouder in de kinderopvangtoeslagaffaire, had verzocht om haar schulden over te nemen door Sociale Banken Nederland (SBN). De aanvraag werd afgewezen met een besluit van 4 november 2022, en het bezwaar hiertegen werd bij besluit van 17 juli 2023 gehandhaafd. Eiseres heeft beroep ingesteld, waarop verweerder, de Minister van Financiën, op 5 april 2024 heeft gereageerd. De rechtbank heeft de zaak op 9 april 2024 en opnieuw op 5 november 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de schulden van eiseres niet voldoen aan de voorwaarden van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) voor overname. Eiseres doet een beroep op de hardheidsclausule, maar de rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een schrijnende situatie opleveren. De rechtbank stelt vast dat de schulden van eiseres niet voor overname in aanmerking komen, omdat ze niet voldoen aan de vereisten van de Wht. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat de situatie van eiseres niet zodanig schrijnend is dat de hardheidsclausule moet worden toegepast. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.