Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
[onderneming 1] B.V.
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling van de vorderingen
bepaaldeuitzendkrachten, over
bepaaldeweken, met een
bepaaldaantal uur dat in die week is gewerkt op een
bepaaldproject van [gedaagde] . [gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord geen van de facturen, afgezien van de facturen 62217793 en 62217794 na, inhoudelijk betwist. Dat zijn immers de enige facturen waarover zij stelt dat bepaalde mensen bepaalde uren niet hebben gewerkt. Daarom moet [gedaagde] de facturen op facturen 62217793 en 62217794 na, volledig betalen.
wieer
welke weeken
welke urenniet zou hebben gewerkt - en dus ten onrechte in rekening zou zijn gebracht. Dat heeft zij alleen gedaan voor wat betreft de facturen met de nummers 62217793 en 62217794.
- a) wat er in het door [gedaagde] overgelegde whatsappgesprek tussen [gedaagde] en [A] te lezen is aan klachten over niet weggelopen of niet verschenen uitzendkrachten en
- b) wat er in de weken waarin die klachten speelden is gefactureerd.
€ 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)