ECLI:NL:RBMNE:2024:6277

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 november 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
Awb 24/4692
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken bestreden besluit

Op 21 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en een onbekende verweerder. Eiser had op 10 juli 2024 beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van €51,- niet had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een vereiste om een beroep inhoudelijk te kunnen behandelen. De rechtbank heeft eiser op 11 augustus 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden, maar dit bedrag is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard op basis van artikel 8:54 Awb.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser ook geen kopie van het bestreden besluit heeft ingediend, ondanks een verzoek daartoe op 19 september 2024. Eiser heeft binnen de gestelde termijn van vier weken geen reactie gegeven, wat ook bijdraagt aan de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet inhoudelijk behandeld kan worden en heeft geen uitspraak gedaan over de inhoud van het beroep. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4692

1.a

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2024 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

Onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser van 10 juli 2024 tegen het besluit van verweerder.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht €51,-.
3. Als het griffierecht niet wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 11 augustus 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. De rechtbank stelt vast dat eiser ook geen kopie van het bestreden besluit heeft ingediend. De rechtbank heeft eiser hiertoe op 19 september 2024 een aangetekende brief gestuurd. Eiser heeft, binnen de gestelde termijn van vier weken, geen kopie van het bestreden besluit aan de rechtbank gestuurd. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Ook om die reden is het beroep niet-ontvankelijk.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
J.M.J. Kooistra, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 november 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.