ECLI:NL:RBMNE:2024:6263

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
11149969 \ AC EXPL 24-1444
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van vordering tot betaling van energiekosten door rechtspersoon naar buitenlands recht

In deze zaak vorderde Hoist Finance AB, een rechtspersoon naar buitenlands recht, betaling van een factuur voor energiekosten van € 6.573,27 die volgens hen verschuldigd was door [handelsnaam] voor het gebruik van gas en elektriciteit aan het adres [adres 1]. Hoist Finance had deze vordering van Essent Retail Energie B.V. gekocht. [handelsnaam] betwistte echter de vordering en stelde dat zij nooit gebruik had gemaakt van het pand aan [adres 1], maar dat de levering van gas en elektriciteit plaatsvond voor het adres [adres 2]. De kantonrechter heeft de zaak behandeld na een mondelinge zitting op 17 oktober 2024, waarbij beide partijen aanwezig waren en vragen van de kantonrechter beantwoordden.

De kantonrechter oordeelde dat Hoist Finance haar vordering onvoldoende had onderbouwd. De overgelegde factuur en het betalingsoverzicht schepten meer verwarring dan duidelijkheid. Hoist Finance kon niet aantonen dat de energielevering daadwerkelijk had plaatsgevonden op het door hen opgegeven adres. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van Hoist Finance moest worden afgewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Hoist Finance werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van [handelsnaam], die zonder professioneel gemachtigde procedeerde.

Het vonnis werd uitgesproken door mr. I.L. Rijnbout op 13 november 2024, waarbij de kantonrechter de vorderingen van Hoist Finance afwees en hen opdroeg de proceskosten te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 11149969 \ AC EXPL 24-1444 VL/58599
Vonnis van 13 november 2024
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
HOIST FINANCE AB,
gevestigd te Stockholm, Zweden,
eisende partij,
hierna te noemen: Hoist Finance ,
gemachtigde: de heer B. de Ree , werkzaam bij Bazuin & Partners Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] B.V. H.O.D.N. [handelsnaam],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [handelsnaam] ,
gemachtigde: de heer [A] .

1.De procedure

1.1.
Hoist Finance heeft [handelsnaam] op 28 mei 2024 gedagvaard voor de kantonrechter. [handelsnaam] heeft op 12 juli 2024 schriftelijk op de dagvaarding gereageerd. De kantonrechter heeft een mondelinge behandeling bepaald.
1.2.
De mondelinge behandeling was op 17 oktober 2024. Aan de zijde van Hoist Finance was de heer De Ree aanwezig en aan de zijde van [handelsnaam] was de heer [A] aanwezig. Hoist Finance heeft een betalingsoverzicht overgelegd en partijen hebben antwoord gegeven op vragen van de kantonrechter. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van dat wat is besproken. Tenslotte heeft de kantonrechter bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.De kern van de zaak

2.1.
Essent Retail Energie B.V. (hierna: Essent) leverde gas en elektriciteit aan [handelsnaam] . Volgens Essent is [handelsnaam] een bedrag van € 6.573,27 verschuldigd voor het gebruik van gas en elektriciteit aan het adres [adres 1] te [plaats 1] . Hoist Finance heeft deze vordering van Essent gekocht en wil dat [handelsnaam] dit bedrag aan haar betaalt. Daarbij wil Hoist Finance dat [handelsnaam] wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten aan haar betaalt. [handelsnaam] is het hier niet mee eens. Zij bevestigt dat zij gas en elektriciteit van Essent geleverd heeft gekregen, maar dit was voor het adres [adres 2] te [plaats 2] . Zij heeft nooit gebruik gemaakt van het pand aan de [adres 1] en heeft hier dus geen gas en elektriciteit gebruikt. De kantonrechter wijst de vordering van Hoist Finance af. Dit wordt hieronder toegelicht.

3.De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht
3.1.
Hoist Finance is een rechtspersoon naar buitenlands recht en haar vordering heeft daarom een internationaal karakter. De kantonrechter dient allereerst te beoordelen of zij bevoegd is van de vordering kennis te nemen en of Nederlands recht van toepassing is.
3.2.
De Nederlandse kantonrechter is bevoegd om te oordelen over deze zaak, omdat [handelsnaam] gevestigd is in Nederland. [1] Daarnaast volgt uit de onweersproken stellingen van Hoist Finance dat op de vordering Nederlands recht van toepassing is.
Hoist Finance heeft haar vordering onvoldoende onderbouwd
3.3.
In haar dagvaarding stelt Hoist Finance dat [handelsnaam] een factuur van 2 augustus 2022 met factuurnummer 597520944969 van € 6.573,27 onbetaald heeft gelaten. Ter onderbouwing legt zij de betreffende factuur over, maar dit is een factuur voor een bedrag van € 14.135,27. De kantonrechter heeft tijdens de zitting vragen gesteld over het verschil tussen het gevorderde bedrag en het factuurbedrag, maar Hoist Finance heeft hier geen antwoord op kunnen geven. Hoist Finance heeft ter zitting een betalingsoverzicht overgelegd, waar facturen en betalingen voor zowel de [adres 1] als voor de [adres 2] op stonden, maar dit overzicht schepte alleen maar meer verwarring. Het is Hoist Finance niet gelukt om in deze verwarring duidelijkheid te scheppen. De kantonrechter is daarom van oordeel dat Hoist Finance onvoldoende heeft onderbouwd dat zij een vordering heeft op [handelsnaam] . De vordering zal daarom worden afgewezen.
3.4.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat Hoist Finance onvoldoende nader heeft onderbouwd dat Essent aan [handelsnaam] gas en elektriciteit heeft geleverd voor het adres [adres 1] . [handelsnaam] betwist dit namelijk en voert aan dat zij alleen gas en elektriciteit voor het adres [adres 2] van Essent geleverd kreeg. De betalingen aan Essent verliepen per automatische incasso en daardoor heeft zij waarschijnlijk niet gemerkt dat er ook een relatief klein bedrag van € 50,00 per maand voor een ander adres dan de [adres 2] werd betaald. In het verleden bestond verwarring over facturen met betrekking tot de [adres 2] omdat een verkeerde meter was afgelezen, maar dit is uiteindelijk opgemerkt en [handelsnaam] heeft toen een creditfactuur ontvangen. Deze creditfactuur is vervolgens waarschijnlijk verrekend, wellicht met openstaande posten van de [adres 1] , want dat bedrag heeft [handelsnaam] nooit ontvangen, aldus [handelsnaam] . Gezien deze onderbouwde betwisting van [handelsnaam] had het op de weg van Hoist Finance gelegen om nader te onderbouwen dat Essent ook gas en elektriciteit aan [handelsnaam] heeft geleverd op het adres [adres 1] . Dit heeft zij niet gedaan. De vordering zou ook daarom moeten worden afgewezen.
3.5.
Aangezien de hoofdsom zal worden afgewezen, zullen ook de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen.
Hoist Finance moet de proceskosten betalen
3.6.
Hoist Finance is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. Omdat [handelsnaam] zonder professioneel gemachtigde procedeert, worden haar proceskosten vastgesteld op een forfaitair bedrag van € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst de vorderingen van Hoist Finance af;
4.2.
veroordeelt Hoist Finance in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Hoist Finance niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Hoist Finance ook de kosten van betekening betalen.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Rijnbout en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2024.

Voetnoten

1.Zie artikel 4 lid 1 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012, Brussel I bis.