ECLI:NL:RBMNE:2024:6261

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
UTR 24/6863
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake demonstratie door burgemeester Baarn

Op 13 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak UTR 24/6863, waarin een verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. Verzoeker had een kennisgeving gedaan voor een demonstratie op 2 november 2024, maar de burgemeester van Baarn had voorwaarden gesteld aan deze demonstratie en de locatie verplaatst. Verzoeker maakte bezwaar tegen het besluit van de burgemeester en vroeg de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen, met het argument dat de vrijheid van meningsuiting in het geding was.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het vereiste spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbrak, omdat de datum van de demonstratie al was verstreken op het moment van indienen van het verzoek. Het rechtsgevolg van het bestreden besluit was al ingetreden en onomkeerbaar, waardoor schorsing niet meer mogelijk was. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen andere belangen waren die maakten dat de uitkomst van de bezwaarprocedure niet kon worden afgewacht.

De uitspraak werd gedaan zonder dat een zitting nodig was, en de burgemeester werd niet verplicht om proceskosten of griffierecht te vergoeden. De beslissing om het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen, werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/6863

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 november 2024 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

en

de burgemeester van de gemeente Baarn.

Inleiding

1. Verzoeker heeft een kennisgeving gedaan van een demonstratie op zaterdag 2 november 2024. Met het besluit van 31 oktober 2024 heeft de burgemeester naar aanleiding van de kennisgeving voorwaarden gesteld aan de demonstratie.
2. Met het besluit van 1 november 2024 (bestreden besluit) heeft de burgemeester de voorwaarden die aan de demonstratie werden gesteld, herzien. De burgemeester heeft de locatie van de demonstratie verplaatst van een locatie nabij het station van Baarn naar een locatie nabij Kasteel Groeneveld.
3. Tegen het bestreden besluit heeft verzoeker schriftelijk bezwaar gemaakt. Daarnaast heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om het bestreden besluit te schorsen, omdat de vrijheid van meningsuiting door het besluit van de burgemeester met voeten is getreden. In verband met het spoedeisende karakter verzoekt hij om het besluit van de burgemeester te schorsen.
4. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

5. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb alleen een voorlopige voorziening als "onverwijlde spoed" dat vereist.
6. De demonstratie was toegestaan op zaterdag 2 november 2024 van 14.00 uur tot 16.00 uur. Het verzoek om voorlopige voorziening is gedateerd op 4 november 2024 en door de afdeling bestuursrecht van deze rechtbank ontvangen op 5 november 2024.
7. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het vereiste spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt. Ten tijde van het indienen van het verzoek om voorlopige voorziening op 4 november 2024 was de datum waarop de demonstratie gehouden mocht worden al verstreken. Dit betekent dat het rechtsgevolg van het bestreden besluit al is ingetreden en onomkeerbaar is. Hierdoor is het niet meer mogelijk om de rechtsgevolgen te schorsen. Niet is gebleken van andere belangen die maken dat de uitkomst van de bezwaarprocedure, waarin de rechtmatigheid van het bestreden besluit aan de orde komt, niet kan worden afgewacht.

Conclusie en gevolgen

8. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet als ongegrond worden afgewezen. Dit is zo duidelijk, dat daarvoor geen zitting bij de voorzieningenrechter nodig is. De burgemeester hoeft geen proceskosten of griffierecht te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. mr. L.M. Janssens-Kleijn, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 november 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.