Op 18 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De kinderrechter oordeelde dat het gezamenlijk ouderschap en het contact tussen de vader en de kinderen nog niet goed verloopt. Ondanks eerdere ondertoezichtstellingen en hulpverlening, zijn er geen significante verbeteringen waargenomen in de thuissituatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de stabiliteit in de thuissituatie van de kinderen nog niet voldoende is en dat begeleiding van de vader en de kinderen in hun contact noodzakelijk blijft. De moeder, die het ouderlijk gezag heeft, ondersteunt de verlenging van de ondertoezichtstelling en ontvangt ouderbegeleiding om de opvoeding van de kinderen te verbeteren. De vader, die niet aanwezig was bij de mondelinge behandeling, heeft zijn instemming met het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling kenbaar gemaakt. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling voor een periode van zes maanden te verlengen, met als doel de stabiliteit in de thuissituatie te verstevigen en de kinderen te begeleiden in hun contact met de vader. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.