Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van repliek
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert [eiseres] B.V. een bedrag van € 453,60 van [gedaagde], vermeerderd met rente en kosten, omdat zij werkzaamheden aan de auto van [gedaagde] heeft verricht. [gedaagde] erkent de hoofdsom, maar betwist de wettelijke rente en incassokosten, omdat hij stelt dat hij geen factuur of aanmaning heeft ontvangen voor de werkzaamheden tot aan de dagvaarding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] de hoofdsom moet betalen, maar de gevorderde wettelijke rente en incassokosten zijn niet toegewezen. De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] niet voldoende heeft aangetoond dat de factuur op het juiste adres is aangekomen. De brieven zijn niet naar het juiste adres gestuurd en bevatten niet de naam van [gedaagde], waardoor het niet vaststaat dat deze brieven zijn ontvangen. De kantonrechter benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van [eiseres] is om te zorgen dat de factuur op de juiste manier wordt verzonden. Aangezien [gedaagde] in verzuim is sinds 21 maart 2024, maar er geen aanmaning is verstuurd na het verzuim, zijn de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. Beide partijen dragen hun eigen proceskosten, omdat de meeste aandacht in het proces is besteed aan de rente en kosten, waar [gedaagde] grotendeels gelijk in heeft.