ECLI:NL:RBMNE:2024:6213
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en gebrek aan beroepsgronden
In deze zaak heeft eiseres op 19 april 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap, genomen op 19 maart 2024. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 23 oktober 2024 vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 51,- niet heeft betaald, wat een vereiste is voor de behandeling van het beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld door het ontbreken van de betaling van het griffierecht.
De rechtbank heeft eiseres op 24 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief werd echter onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 12 juni 2024 per gewone post verzonden, met de waarschuwing dat de termijn niet opnieuw aanvangt. Eiseres heeft geen betaling gedaan en ook geen redenen opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres geen beroepsgronden heeft ingediend en dat het beroepschrift niet in de Nederlandse taal was geschreven. Eiseres kreeg op 27 augustus 2024 de gelegenheid om deze gebreken te herstellen, maar heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten.