Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 5,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte van ASR met producties 6 en 7,
- de akte van [eisende partij] met productie 28 (door [eisende partij] productie 27 genoemd),
2.De beoordeling
Voor de door cliënte geleden schade houdt zij u aansprakelijk. Zij wijst er op dat uw algemene voorwaarden volgens het door u gebruikte briefpapier opgevraagd kunnen worden. Echter, ingevolge artikel 6:22 sub b jo artikel 6:234 lid 1 BW had u deze algemene voorwaarden, nu cliënte een zogenaamde kleine ondernemer is, bij of voor het aangaan van de overeenkomst ter hand moeten stellen, hetgeen u nagelaten heeft. Derhalve vernietig ik hierbij uitdrukkelijk de toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden. Op een mogelijke aansprakelijkheidsbeperking in die algemene voorwaarden kunt u zich dan ook niet beroepen.”
Met schade aan zaken bedoelen wij beschadiging, vernietiging, verlies, verontreiniging, vuil worden van zaken en onroerende zaken van derden. En de schade die daar een gevolg van is.”
Met de brief van 25 september 2017 heeft ASR het standpunt ingenomen dat er geen sprake was van zaakschade. Er is evenwel niet gesteld dat schade aan dieren geen zaakschade zou zijn. Als de dieren beschadigd zijn is sprake van een zaakschade. (…) Minder melkproductie an sich kan niet worden gekwalificeerd als zaakschade. Immers de melk was niet beschadigd alleen de hoeveelheid was verminderd.”
Ik zou mij zo kunnen voorstellen dat als wij met u van mening blijven verschillen over de dekking, ASR door uw cliënt in vrijwaring wordt opgeroepen. Ook lijkt het mij een optie dat u de aansprakelijkheid betwist mede omdat als die er niet is de dekkingskwestie niet opportuun is. En passant zou de vrijwaring dan kunnen worden “geparkeerd”. Mocht de aansprakelijkheid met succes kunnen worden betwist dan is m.i. ook de dekkingsdiscussie van tafel.”
Cliënte deed een beroep op haar aansprakelijkheidsverzekering. De aansprakelijkheidsverzekeraar komt na onderzoek tot de conclusie dat voor deze claim geen dekking bestaat. (…) Namens cliënte kan ik u aangeven dat voor haar niet vaststaat dat de geleverde installatie een fout vertoonde waarvoor zij aansprakelijk is. (…)”
Ik ga in zo verre akkoord met uw voorstel het dekkingsvraagstuk te “parkeren” tot [eisende partij] rechtsmaatregelen treft jegens MCN en dat eventuele wettelijke en contractuele verjarings- en vervaltermijnen pas beginnen te lopen op het moment dat [eisende partij] de dagvaarding uitbrengt.”.
de vordering op ASR strekkende tot dekking onder de polis’ heeft gekocht. [eisende partij] heeft op 3 december 2021 schriftelijk aan ASR mededeling gedaan van de cessie.
U bent verplicht om overeenkomsten aan te gaan waarop uw algemene voorwaarden van toepassing zijn. Hierbij geldt dat:
- 4 januari 2017 – verklaring voerspecialist [B]
- 13 februari 2018 – rapport onafhankelijk veearts drs. [C]
- 11 februari 2019 – rapport eigen veearts drs. [D]
- 28 april 2020 – rapport [expertisebureau 2] (incl. schadeberekening)
De onjuiste instelling van de krachtvoerdosering en de verwisseling van de twee broksoorten heeft grote consequenties gehad op het melkveebedrijf [eisende partij] BV, leidend tot veel diergezondheidsproblemen, uitval van dieren, te lage melkproductie en een te hoog krachtvoergebruik.”
dat er in periode II veel meer problemen waren qua gezondheid en weerstand van de melkkoeien ten opzichte van periode I en III. Het conditieverlies en weerstandsvermindering van de koeien van periode II is de meest waarschijnlijke oorzaak van het ontstaan van acute en chronische baarmoederontsteking. Ook kunnen mastitis gevallen om dezelfde reden verklaard worden (gebruik van avuloxil is toegenomen). Niet alleen was er in periode II een hoge koeiensterfte, maar ook de kalversterfte was erg hoog. Doordat het moederdier een verminderde weerstand heeft, is de kwaliteit van de biest verminderd, ondanks de enting tegen kalverdiarree (rotavec). Dit is de verklaring van de hoge kalversterfte, longontsteking en diarree bij de kalveren.”
Door deze verwisseling van de silo’s hebben de dieren gedurende 1 jaar een foutief voedselrantsoen gekregen met alle schadelijke gevolgen van dien.”
Gelet op bovenstaande rapportages kom ik tot de conclusie dat er een evident verband bestaat tussen de foutief geïnstalleerde krachtvoerinstallatie en de afname van de melkproductie per aanwezige koe en diergezondheid.”
Het voortdurend bagatelliseren van de voerfout en de consequenties daarvan voor productie en gezondheid in het rapport duidt op gebrek aan kennis over nut en noodzaak van de balans in samenstellende bestanddelen van het melkveerantsoen en de rol daarvan voor pens- en darmgezondheid, mestkwaliteit, koegezondheid en melkproductie. Een integrale kijk ontbreekt.”
Minder melkopbrengst
€ 98.207,00over 2016 zal worden toegewezen. Dit bedrag is gebaseerd op een verwacht aantal koeien van 130 (tegen het werkelijke aantal dat jaar van gemiddeld 121) en met een verwachte opbrengst van 8.500 kg melk per koe per jaar tegen een werkelijke opbrengst van gemiddeld 6.742 kg melk per koe voor dat jaar. Uit het rapport van [E] blijkt dat de gemiddelde melkproductie in 2018 bij [eisende partij] 9.177 kg melk per koe bedroeg. [E] neemt 2018 als referentiejaar voor de berekening van de schade. Dit leidt tot een hoger schadebedrag. Gelet hierop acht de rechtbank het redelijk om van een verwachte opbrengst van 8.500 kg melk per koe per jaar uit te gaan, zoals [eisende partij] stelt.
€ 10.888,32.
Derving verwachte omzet en aanwas
Schade vervangend vee
- 11 koeien à € 1.452,83 excl. btw (september 2016); en
- 19 koeien à € 1.622,64 excl. btw (november 2016).
€ 15.377,35(gebaseerd op 10 koeien tegen een gemiddelde prijs van € 1.537,74 per koe).
Extra voergebruik
€ 13.351,20te veel voer is verbruikt door de fouten met de melkrobotinstallatie. Deze kosten zijn een direct gevolg van de gemaakte fouten en komen voor vergoeding in aanmerking.
Extra kosten eigen arbeid
Extra kosten MCN
Extra kosten veearts
€ 4.382,95en heeft [eisende partij] onderbouwd met verwijzing naar het rapport van [E] . Dit bedrag is toewijsbaar.
Extra kosten afvoer kadavers
€ 946,20, heeft [eisende partij] ook onderbouwd met verwijzing naar het rapport van [E] . Dit bedrag is toewijsbaar.
Kosten deskundigen
€ 6.325,80zijn toewijsbaar op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW.
Eigen uren overleg met deskundigen.
€ 139.478,82aan [eisende partij] te betalen uit hoofde van de verzekeringsdekking.
“Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht”.