Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2024.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 17 oktober 2024, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had op 20 maart 2024 een verzoek ingediend om herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Verweerder heeft echter niet tijdig beslist op dit verzoek, wat aanleiding geeft tot het indienen van beroep. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn van acht weken, die op 15 mei 2024 verstreken is, is overschreden. Verweerder heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat het verzoek nog niet in behandeling is genomen en dat er een tekort aan artsen is, wat leidt tot vertraging in de afhandeling van verzoeken.
De rechtbank oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijk te stellen is met een besluit en draagt verweerder op om binnen vier weken na verzending van de uitspraak alsnog een beslissing te nemen. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75, en het griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit.