ECLI:NL:RBMNE:2024:6207

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
UTR 24/2565
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken verklaring van erfrecht

Op 16 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de erven van [eiseres], eiseres, en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, verweerder. Eiser heeft op 7 maart 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 22 februari 2024. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor de zaak niet inhoudelijk kan worden behandeld.

De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 23 mei 2024 verzocht om een verklaring van erfrecht over te leggen, met de mededeling dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien dit verzuim niet tijdig wordt hersteld. Eiseres heeft echter niet gereageerd op deze brief en heeft de gevraagde verklaring niet overgelegd.

Gelet op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/2565

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 oktober 2024 in de zaak tussen

de erven van [eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: B.A.M. Slockers),
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 7 maart 2024 tegen het besluit van verweerder van 22 februari 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Gelet op de artikelen 6:5 en 6:6 van de Awb, is eiseres in verzuim geweest binnen de gestelde termijn een verklaring van erfrecht over te leggen. Hiertoe is eiseres wel in de gelegenheid gesteld. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 23 mei 2024 verzocht om dit verzuim uiterlijk 20 juni 2024 te herstellen. In deze brief is tevens vermeld dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren, als het verzuim niet tijdig wordt hersteld.
3. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet heeft gereageerd op deze brief.
4. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
5. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.