ECLI:NL:RBMNE:2024:6206

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
UTR 23/6431
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken verklaring van erfrecht

Op 16 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de erven van [eiser], wonende te [woonplaats], en de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats]. Eiser heeft op 20 december 2023 beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat op 10 november 2023 was genomen. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor de zaak niet inhoudelijk kan worden behandeld. Eiser is in verzuim geweest om binnen de gestelde termijn een verklaring van erfrecht over te leggen, ondanks dat hij hiertoe in de gelegenheid was gesteld. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief van 23 april 2024 verzocht om dit verzuim uiterlijk 21 mei 2024 te herstellen. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief. Gezien het ontbreken van de verklaring van erfrecht en het niet tijdig herstellen van het verzuim, heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/6431

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 oktober 2024 in de zaak tussen

de erven van [eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. R. van der Weide),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats] , verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 20 december 2023 tegen het besluit van verweerder van 10 november 2023.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Gelet op de artikelen 6:5 en 6:6 van de Awb, is eiser in verzuim geweest binnen de gestelde termijn een verklaring van erfrecht over te leggen. Hiertoe is eiser wel in de gelegenheid gesteld. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief van 23 april 2024 verzocht om dit verzuim uiterlijk 21 mei 2024 te herstellen. In deze brief is tevens vermeld dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren, als het verzuim niet tijdig wordt hersteld.
3. De rechtbank stelt vast dat eiser niet heeft gereageerd op deze brief.
4. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
5. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.