ECLI:NL:RBMNE:2024:6205
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betaald griffierecht en ontbreken van besluitkopie
Op 10 november 2023 heeft eiser beroep ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank heeft op 16 oktober 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij is vastgesteld dat eiser het griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat het niet betalen van het griffierecht betekent dat de zaak niet inhoudelijk behandeld kan worden. Eiser heeft op 16 december 2023 een aangetekende brief ontvangen waarin hem werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. Deze brief is op 19 december 2023 voor ontvangst getekend, maar eiser heeft het griffierecht niet betaald.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser geen kopie van het besluit heeft ingediend. Op 10 juni 2024 heeft de rechtbank eiser een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat hij dit gebrek uiterlijk op 8 juli 2024 kon herstellen. Deze brief is op 11 juni 2024 voor ontvangst getekend, maar eiser heeft niet gereageerd. Gezien het niet betalen van het griffierecht en het ontbreken van de benodigde documentatie, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen en heeft geen proceskostenvergoeding toegekend.
De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.