ECLI:NL:RBMNE:2024:6204
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 16 oktober 2024, wordt het beroep van eiser, ingesteld op 10 november 2023, niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen om een beroep in te dienen. In dit geval bedroeg het griffierecht € 50,-. De griffier had eiser een termijn gesteld waarbinnen het griffierecht betaald moest worden, maar dit is niet gebeurd.
De rechtbank heeft eiser op 16 december 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is op 19 december 2023 voor ontvangst getekend. Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald, kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser ook geen kopie van het besluit heeft ingediend. Op 10 juni 2024 heeft de rechtbank eiser een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd dat hij dit gebrek uiterlijk op 8 juli 2024 kon herstellen. Deze brief is op 11 juni 2024 voor ontvangst getekend, maar eiser heeft niet gereageerd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier E.J.H.C. Hui.