Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , [woonplaats] , eiseres,
.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiseres had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder van 29 februari 2024. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 51,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 24 mei 2024 een aangetekende brief heeft ontvangen waarin zij werd geïnformeerd over de betaling van het griffierecht. Deze brief is echter onherstelbaar aan de rechtbank geretourneerd. Een tweede brief is op 10 juni 2024 per gewone post verzonden, maar het griffierecht is niet ontvangen. Eiseres heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Daarnaast heeft de rechtbank op 14 mei 2024 een brief gestuurd waarin eiseres werd verzocht om een kopie van het besluit in te dienen. Deze brief is via het digitale systeem verzonden en geldt als een aangetekende brief. Eiseres heeft niet gereageerd op deze brief. Gezien het feit dat het griffierecht niet is betaald en er geen geldige redenen zijn aangevoerd, heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.