ECLI:NL:RBMNE:2024:6190
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 18 oktober 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat zij van mening is dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De Dienst Toeslagen heeft op 13 september 2024 een verweerschrift ingediend waarin zij stelt dat er geen sprake is van niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht.
De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, maar dat dit pas kan zodra het bestuursorgaan in gebreke is en er twee weken zijn verstreken na een schriftelijke ingebrekestelling. De verweerder stelt dat de Commissie Werkelijke Schade pas op 12 september 2024 het verzoek om aanvullende schadevergoeding heeft ontvangen, en dat de beslistermijn daarom nog niet verstreken is. Eiseres heeft in haar beroepschrift aangevoerd dat een eerder bezwaarschrift als verzoek om aanvullende schadevergoeding moet worden aangemerkt, maar de rechtbank oordeelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich tijdig heeft aangemeld bij de Commissie Werkelijke Schade.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet voldoet aan de vereisten en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor vergoeding van het griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.