ECLI:NL:RBMNE:2024:6180
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld dat op 17 juli 2024 is ingediend. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een vereiste voor de behandeling van een beroep. De rechtbank heeft eiseres op 18 augustus 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is op 21 augustus 2024 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank. Eiseres heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres geen kopie van het besluit heeft ingediend, ondanks een eerdere aanmaning van 18 juli 2024 om dit gebrek te herstellen. Eiseres heeft niet gereageerd op deze aanmaning, die via het digitale systeem van de rechtbank is verstuurd en als aangetekend geldt. Gezien het feit dat eiseres niet heeft voldaan aan de vereisten voor de behandeling van haar beroep, heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen. De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.
De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van C.A.A.W. van der Heijden, griffier, en is openbaar uitgesproken op 31 oktober 2024. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de beslissing.