In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 25 januari 2024, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekster, een B.V. uit Nieuwegein, heeft bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein is opgelegd. Deze last betreft het beëindigen van het gebruik van een woning als onderwijslocatie, wat volgens het college in strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een spoedeisend belang, aangezien de begunstigingstermijn van de last op 1 januari 2024 is verstreken. Verzoekster heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend, die door het college is geweigerd. De voorzieningenrechter overweegt dat de last onder dwangsom in strijd is met de woonbestemming en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die handhaving zouden uitsluiten. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen, maar de voorzieningenrechter schorst de begunstigingstermijn tot twee weken na de uitspraak, zodat verzoekster meer tijd heeft om haar bedrijfsactiviteiten aan te passen. De uitspraak benadrukt dat de rol van de voorzieningenrechter is om spoedeisende maatregelen te treffen en niet om uitleg te geven over wettelijke bepalingen.