ECLI:NL:RBMNE:2024:6169
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, wordt het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar Ziektewet-uitkering per 5 december 2022 beoordeeld. Eiseres ontving een ZW-uitkering, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) besloot deze uitkering te beëindigen op basis van de conclusie dat zij meer dan 65% van haar eerdere loon kan verdienen. Eiseres ging in bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld en diverse medische informatie ingediend ter ondersteuning van haar standpunt dat haar beperkingen niet adequaat zijn beoordeeld.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de medische rapporten van de verzekeringsartsen van het Uwv voldoende onderbouwd zijn. Eiseres heeft aangevoerd dat haar beperkingen zijn onderschat, maar de rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de conclusies van het Uwv. De rechtbank concludeert dat de ZW-uitkering van eiseres terecht is beëindigd, omdat er geen medische indicatie is voor een urenbeperking of andere beperkingen die een voortzetting van de uitkering rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiseres af, inclusief het verzoek om vergoeding van proceskosten.
De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2024. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.