ECLI:NL:RBMNE:2024:6144
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in verband met waarschuwing preventieve stillegging
Op 4 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen DHL eCommerce (Services) B.V. en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het verzoekster, DHL eCommerce, had een voorlopige voorziening aangevraagd tegen een waarschuwing voor preventieve stillegging van werk die op 1 oktober 2024 door de minister was gegeven. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was en wees het af.
De voorzieningenrechter overwoog dat er geen spoedeisend belang was, omdat de waarschuwing slechts een noodzakelijke voorwaarde is voor een eventuele toekomstige stillegging van werk. De voorzieningenrechter concludeerde dat het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening op het moment dat de bevoegdheid daadwerkelijk zou worden gebruikt, niet te laat zou zijn om eventuele onomkeerbare gevolgen te voorkomen.
Daarnaast werd vastgesteld dat het besluit van de minister niet evident onrechtmatig was. De minister had de nodige afwegingen gemaakt volgens de Beleidsregel preventieve stillegging arbeidswetten. De voorzieningenrechter vond geen redenen om aan te nemen dat de waarschuwing onrechtmatig was en concludeerde dat er geen zwaarwegende belangen aan de zijde van verzoekster waren die het verzoek om voorlopige voorziening konden rechtvaardigen.
Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. Janssens-Kleijn, en is openbaar uitgesproken op 4 november 2024.