ECLI:NL:RBMNE:2024:6129
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot medewerking aan deskundigenonderzoek in deelgeschil kinderopvangtoeslagaffaire
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 september 2024 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure die is aangespannen door [verzoekster], een gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire. [verzoekster] heeft een verzoek ingediend om de Staat der Nederlanden te bevelen medewerking te verlenen aan de inschakeling van onafhankelijke deskundigen en om betaling van een voorschot op de vergoeding van de resterende schade. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de zaak zich niet leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure, omdat er een bestuursrechtelijk compensatietraject loopt. Dit betekent dat er geen civielrechtelijke impasse is die doorbroken moet worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster] al een definitieve compensatiebeschikking heeft ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen en dat er onderhandelingen gaande zijn over een mogelijke regeling in het bestuursrechtelijke traject. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het voornoemde bestuursrechtelijke pad en het ontbreken van een civielrechtelijke route op dit moment maken dat de verzoeken van [verzoekster] niet voor behandeling in een deelgeschilprocedure in aanmerking komen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het onwenselijk is als bestuursrechtelijke en civielrechtelijke expertises door elkaar heen lopen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van [verzoekster] afgewezen en geoordeeld dat de kosten van de deelgeschilprocedure niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat het verzoek onterecht was ingesteld. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. M.H. Erich.