Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
SAMEN VEILIG MIDDEN NEDERLAND, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen de GI,
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de GI met bijlagen, ontvangen op 2 augustus 2024;.
- de bijlagen van de GI, ontvangen op 10 september 2024.
- mevrouw [A] , vertegenwoordigster van de GI;
- mevrouw [B] van de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden als informant.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
De plaatsing van een kind in pleegzorg, overeenkomstig nationaal recht en procedures bij één of meerdere privépersonen, of in een inrichting, bijvoorbeeld een weeshuis of een kindertehuis, in een andere lidstaat moet binnen het toepassingsgebied van de verordening vallen, tenzij dit uitdrukkelijk wordt uitgesloten, hetgeen bijvoorbeeld het geval is voor plaatsing met het oog op adoptie, plaatsing bij een ouder, of, in voorkomend geval, plaatsing bij een ander naast familielid, zoals meegedeeld door de ontvangende lidstaat. Door een gerecht gelaste of door een bevoegde autoriteit geregelde "plaatsingen om opvoedkundige redenen" met instemming van de ouders of het kind, of op hun verzoek ingevolge afwijkend gedrag van het kind moeten hier ook onder vallen.[..]”.Dat betekent dat de kinderrechter niet meegaat in het standpunt van de GI dat een plaatsing in [instelling] niet onder de verordening valt. Dat [instelling] in Nederland is ingeschreven als B.V. en dat het gaat om een tijdelijke plaatsing doet hier niet aan af. Het gaat erom dat [instelling] op Spaans grondgebied staat en [minderjarige] vanuit Nederland daar is geplaatst.
organic act 1/1996, of 15th January, on the legal protection of children and young people) in beginsel geen toestemming geeft als het kind geen band heeft met Spanje. [minderjarige] heeft geen band met Spanje, waardoor de kans op goedkeuring nihil lijkt.
6.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.