Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de akte overleggen producties van 8 juli 2024 van JBN;
2.De kern van de zaak
3.De verdere beoordeling
in de hoofdzaakdat de rechtbank bij vonnis:
incidentele vordering). [eiser] heeft daar op gereageerd. Hij is van mening dat JBN het bewijsvermoeden niet heeft ontzenuwd, dat er voor de rechtbank geen reden is terug te komen op de beslissing over het causaal verband en dat ook de incidentele vordering over het filmpje moet worden afgewezen.
gewichtsklasse: Fighting Men Senioren, -94 kg”, maar er valt niet uit af te leiden dat dit een gemengde categorie is geworden met de categorie +94 kg. Integendeel, door de tekst “
Totaal in deze gewichtsklasse: 4” die onder de namen van de deelnemers staat, doet het eerder vermoeden dat die 4 deelnemers dus tot die “
gewichtsklasse: Fighting Men Senioren, -94 kg” horen. Tot slot geven de filmpjes (productie 13 van JBN) van de wedstrijden op [2017] tussen [C] , [B] en [A] , net als de screenshots daarvan (productie 15 van JBN), ook geen informatie over het mededelen aan [eiser] dat gewichtsklassen zijn samengevoegd. Over het gespreksverslag van 18 april 2018 dat is opgesteld door een expert van [onderneming] (productie 14 van JBN) merkt de rechtbank op dat er inderdaad in staat dat [eiser] heeft gezien dat [A] “fors en zwaar” was maar dat er ook in staat dat hij niet over het samenvoegen van categorieën is geïnformeerd. Ook daar komt voor het tegenbewijs geen (doorslaggevende) betekenis aan toe.
Het is vaste rechtspraak dat de rechter die in een tussenuitspraak één of meer geschilpunten uitdrukkelijk en zonder voorbehoud heeft beslist hieraan, in beginsel, in het verdere verloop van de procedure gebonden is. Dit vloeit voort uit de eisen van een goede procesorde. Die zelfde eisen brengen echter ook mee dat de rechter aan wie is gebleken dat een eerdere gegeven, maar niet in een einduitspraak vervatte eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om - gemotiveerd - over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing om te voorkomen dat op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou worden gedaan.
€ 2.149,00(3,5 punten × tarief € 614,00)