Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 oktober 2024;
- de verklaringen van [A] ;
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
bewezen verklaardelevert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
9.BESLAG
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c en 22d, 91 van het Wetboek van Strafrecht en
- 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994,
11.BESLISSING
taakstrafvan
200 uren;
- ontzegt verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
15 maanden; - bepaalt dat van de ontzegging een gedeelte, groot
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de