ECLI:NL:RBMNE:2024:6109

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 november 2024
Publicatiedatum
5 november 2024
Zaaknummer
11112271
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vernietiging van een bindend advies over de consumentenkoop van een bankstel

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument, aangeduid als [eiser], en de besloten vennootschap [gedaagde] B.V., handelend onder de naam [handelsnaam]. De consument heeft bij de meubelzaak [handelsnaam] twee banken gekocht, maar is van mening dat deze niet voldoen aan de verwachtingen die hij op grond van de koopovereenkomst mocht hebben. Na het indienen van klachten bij [handelsnaam] en het inschakelen van een bindend advies via UitgesprokenZaak.nl, is de consument het niet eens met de uitkomst van dit advies en vordert hij vernietiging ervan. De kantonrechter heeft het verzoek tot vernietiging afgewezen, omdat het bindend advies volgens de rechter geen ernstige gebreken vertoont. De rechter oordeelt dat de procedure van het bindend advies correct is verlopen en dat de klachten van de consument niet voldoende zijn om het advies te vernietigen. De kantonrechter benadrukt dat een bindend advies wordt gezien als een vaststellingsovereenkomst en dat vernietiging alleen mogelijk is bij ernstige gebreken in de besluitvorming. De rechter concludeert dat de klachten van de consument ongegrond zijn en dat de vorderingen worden afgewezen. Tevens wordt de consument veroordeeld in de proceskosten, die op nihil worden vastgesteld, aangezien de gedaagde partij in persoon procedeert.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11112271 \ UC EXPL 24-3397 BJvd/61169
Vonnis van 6 november 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
procederend in persoon,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V., handelend onder de naam [handelsnaam],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [handelsnaam] ,
procederend bij de heer [A] .

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter beschikt over de volgende stukken:
- de dagvaarding met 4 producties;
- de conclusie van antwoord met 11 producties;
- de brief van 23 september 2024 van [eiser] met 3 aanvullende producties ;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
1.2.
Op 9 oktober 2024 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen: [eiser] samen met zijn dochter [B] en namens [handelsnaam] de heer [A] , interne deskundige bij [handelsnaam] .
1.3.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De kern van het geschil

2.1.
[eiser] heeft onder andere twee banken gekocht bij meubelzaak [handelsnaam] . [eiser] stelt dat de banken niet voldoen aan wat hij mocht verwachten op grond van de overeenkomst. [eiser] heeft zijn klachten voorgelegd aan UitgesprokenZaak.nl die een bindend advies heeft uitgesproken in de zaak. [eiser] is het niet eens met het bindend advies van UitgesprokenZaak.nl en vordert in deze procedure vernietiging van het bindend advies. De kantonrechter zal de vordering van [eiser] afwijzen, omdat het bindend advies volgens de kantonrechter geen ernstige gebreken vertoont.

3.De beoordeling

[eiser] heeft twee bankstellen gekocht bij [handelsnaam]
3.1.
[eiser] heeft op 14 januari 2023 bij [handelsnaam] een aantal meubels, waaronder een tweezits- en een driezitsbank gekocht voor een totaalbedrag van € 11.650,-. Voor deze procedure zijn alleen de tweezits- en driezitsbank relevant. De bankstellen zijn van leer. Voorafgaand aan de aankoop heeft [eiser] zich laten informeren in de winkel. Er is toen gesproken over de bijzondere eigenschappen van het leer. In de verkooporder is het volgende opgenomen:
‘Leer is UV, vet en vochtgevoelig, heeft natuurlijke kenmerken, plooivorming is mogelijk.’Daaronder staan de handtekeningen van beide partijen. Naast de handtekeningen van partijen staat geschreven:
‘Leer is een natuurproduct. Plooivorming, afwijkingen in kleur en structuur zijn mogelijk.’De meubels zijn in april 2023 bij [eiser] geleverd.
De klachten van [eiser]
3.2.
[eiser] vindt dat de geleverde bankstellen niet aan de overeenkomst voldoen. [eiser] heeft de volgende klachten:
Het leer op de driezitsbank wijkt af van de andere bankdelen die aan hem geleverd zijn. Volgens [eiser] bevat het leer op het zitkussen beschadigingen die niet kenmerkend zijn voor dit type leer en moet deze beschadiging zijn ontstaan na het looien van de huid. Hij vermoedt dat dit komt door een stanleymes dat bij de levering is gebruikt om het plastic van de bank te verwijderen.
De tweezitsbank heeft volgens [eiser] beschadigingen aan de achterzijde, die naar zijn weten ook geen natuurlijke levenstekens van het leer kunnen zijn. [eiser] denkt dat deze beschadigingen zijn ontstaan toen het bankstel via de deur naar binnen is gebracht.
Op de zijkant en op een deel van het hoofdkussen van de driezitsbank zijn er witte stippen (pigmentvlekken) te zien die volgens [eiser] niet zijn bijgewerkt, terwijl dit op andere delen wel is gebeurd.
[eiser] stelt dat voor het zitkussen van de driezitsbank nekleder is gebruikt, waardoor er strepen zichtbaar zijn op het leer. Bij de verkoop zou zijn besproken dat er geen nekleder zou worden gebruikt op de gebruikersdelen.
Er mist volgens [eiser] een verbindingsbout die de twee delen van het bankstel aan elkaar koppelt.
De reactie van [handelsnaam] op de klachten
3.3.
[eiser] heeft zijn klachten op 28 april 2023 gemeld bij [handelsnaam] . Op 2 mei 2023 reageert [handelsnaam] nadat zij de klachten heeft voorgelegd aan haar leerexpert. Volgens [handelsnaam] zijn er op de bankstellen natuurlijke kenmerken van het leer te zien. Er wordt naar aanleiding van de klachten een servicebezoek ingepland om het leer te laten beoordelen. De heer [A] is op 11 mei 2023 bij [eiser] langs geweest om het leer te beoordelen. Volgens de heer [A] komt het leer overeen met het leer zoals getoond op de showroommodellen. De door [eiser] gestelde beschadiging op de achterzijde is volgens de heer [A] een insectenbeet, dus een levensteken. Ook de andere door [eiser] gestelde beschadigingen en afwijkingen zijn volgens [handelsnaam] allemaal levenstekens die zijn ontstaan vóór het looien van de huiden. [handelsnaam] heeft deze bevindingen bevestigd in een e-mail aan [eiser] op 12 mei 2023, waarin [eiser] ook wordt uitgenodigd om in de showroom te komen kijken naar soortgelijke bankstellen met levenstekens. Op 14 mei 2023 reageert [eiser] hierop in een e-mail dat hij de zaak wil voorleggen aan een derde partij voor een bindende uitspraak. Het geschil is vervolgens aangemeld bij UitgesprokenZaak.nl.
Het bindend advies van UitgesprokenZaak.nl
3.4.
UitgesprokenZaak.nl heeft [eiser] gevraagd zijn klacht(en) schriftelijk te omschrijven. [handelsnaam] mocht daar vervolgens op reageren en daarna mocht [eiser] weer op [handelsnaam] reageren. Hierop heeft UitgesprokenZaak.nl een deskundige ingeschakeld en deze gevraagd de klachten van [eiser] te onderzoeken en een deskundigenrapportage op te stellen met zijn bevindingen.
3.5.
De vaktechnische beoordeling van de deskundige is als volgt:
‘De gekozen leersoort is een natuurlijke analine leersoort, waar littekens, pigmentvlekken, insectenbeten en dergelijke onvermijdelijk zijn en zorgen voor de natuurlijke uitstraling. Deze
kenmerken, met name nekplooien (op het zitvlak) en pigmentvlekken (buitenzijde arm voorstaand rechts) zijn in verhouding tot de andere vlakken duidelijker zichtbaar op het gedeelte met de uitschuifbare zitting. Ook door de positie van de bank in de kamer zijn de pigmentvlekken in de buitenzijde van de arm beter zichtbaar. Of de door de consument aangegeven schade daadwerkelijk door het gebruik van een snijmes is veroorzaakt, kan niet met 100% zekerheid bevestigd worden.’
3.6.
Op 17 januari 2024 heeft UitgesprokenZaak.nl haar bindend advies over de zaak uitgesproken. In het bindend advies staat de vraag of het bankstel voldoet aan wat de consument op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten centraal. De bindend adviseur heeft het deskundigenrapport als uitgangspunt genomen bij de beoordeling. Volgens de bindend adviseur geeft het deskundigenrapport onvoldoende grond om de conclusie te rechtvaardigen dat er sprake is van een bankstel, dat van het begin af aan niet voldeed aan de verwachtingen die de consument daarvan mocht hebben. De bindend adviseur laat bij zijn conclusie meewegen dat in de koopovereenkomst de bijzondere eigenschappen van leer zijn opgenomen (zoals geciteerd in 3.1). De bindend adviseur vervolgt:
‘Weliswaar geeft de deskundige aan dat deze kenmerken, met name nekplooien (op het zitvlak) en pigmentvlekken (op de buitenzijde van de arm voorstaand rechts) in verhouding tot de andere vlakken duidelijker zichtbaar zijn op het gedeelte met de uitschuifbare zitting, maar daaruit volgt nog niet dat – mede gelet op de bekendheid van de consument met de genoemde eigenschappen/kenmerken – daarmee de grenzen van het toelaatbare zijn/worden overschreden.’
3.7.
Verder oordeelt de bindend adviseur nog dat [eiser] niet kan worden gevolgd in zijn stelling dat er door personeel van [handelsnaam] beschadigingen zijn veroorzaakt aan het leer door bij het uitpakken van de meubels gebruik is gemaakt van een daartoe ongeschikt mes. De deskundige heeft dit namelijk niet met 100% zekerheid kunnen bevestigen. De conclusie van het bindend advies luidt dat de klacht van [eiser] ongegrond is.
[eiser] vindt dat er ernstige bezwaren kleven aan het bindend advies
3.8.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat er ernstige gebreken kleven aan het bindend advies. Volgens [eiser] is er geen sprake geweest van een eerlijke procedure, omdat er een verkeerde toets is aangelegd door de deskundige en UitgesprokenZaak.nl met betrekking tot de beschadigingen. [eiser] vindt dat er door de deskundige geen duidelijke uitspraak is gedaan over de schade. Dat hij zelf nog een andere deskundige had kunnen inschakelen, heeft [eiser] naar eigen zeggen als leek niet kunnen overzien en daar had UitgesprokenZaak.nl hem dan ook op moeten wijzen.
3.9.
Verder vindt [eiser] het standpunt van UigesprokenZaak.nl onbegrijpelijk omdat volgens hem vaststaat dat de driezitsbank afwijkt van de andere bankdelen omdat daar meer levenstekens op te zien zijn. De deskundige heeft dat ook bevestigd. [eiser] vindt dat hij dit op grond van de overeenkomst niet hoefde te verwachten en daarmee is volgens [eiser] aangetoond dat het bankstel non-conform is.
3.10.
[eiser] heeft in deze procedure nog een ander deskundigenoordeel overgelegd, van een deskundige die hij na de uitspraak van UitgesprokenZaak.nl heeft gevraagd om de banken te beoordelen. Uit het rapport van deze deskundige volgt dat het aannemelijk is dat er sprake is van schade aan de driezitsbank en dat die schade het gevolg is van het gebruik van een stanleymes bij het verwijderen van de folie. Volgens de deskundige zijn het ‘duidelijk geen levenstekens van runderen’. Op de tweezitsbank is volgens de deskundige ook sprake van schade, waarvan het aannemelijk is dat die schade is veroorzaakt tijdens het transport van de bank. Over de pigmentvlekken en levenstekens heeft deze deskundige zich niet uitgelaten.
3.11.
Nadat [eiser] zijn klachten had ingediend bij UitgesprokenZaak.nl en [handelsnaam] daarop had gereageerd, heeft [eiser] in zijn reactie daarop laten weten dat er nog een klacht miste bij zijn indiening van de klachten. Volgens [eiser] mist er tussen de bankdelen een verbindingsbout, waardoor de delen niet goed aan elkaar gekoppeld zijn en het bankstel knikt bij het optillen. Deze klacht is bij de beoordeling door UitgesprokenZaak.nl niet meer meegenomen en dat vindt [eiser] onbegrijpelijk.
3.12.
Op basis van de stellingen van [eiser] onder punt 3.8 tot en met 3.11 is het volgens [eiser] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar om hem aan de uitspraak van het bindend advies te houden en moet het worden vernietigd.
De kantonrechter kan een bindend advies niet zomaar vernietigen
3.13.
Een bindend advies wordt gezien als vaststellingsovereenkomst, wat betekent dat de vorderingen van [eiser] moeten worden beoordeeld volgens de maatstaf van artikel 7:904 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De mogelijkheid die in het artikel wordt gegeven om de zaak aan de gewone rechter voor te leggen nadat er een bindend advies over is uitgebracht, betekent niet dat de gewone rechter zijn eigen oordeel over het geschil in de plaats van het bindend advies mag stellen. Een bindend advies kan volgens artikel 7:904 BW alleen worden vernietigd als gebondenheid daaraan in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming daarvan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dit vraagt terughoudendheid van de rechter aan wie een bindend advies ter vernietiging wordt voorgelegd. Het gaat er dus niet om dat de rechter zijn oordeel over de zaak in de plaats stelt van het oordeel van de bindend adviseur; het gaat erom of gebondenheid aan het oordeel van de bindend adviseur naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
3.14.
Dat brengt met zich mee dat voor vernietiging van een bindend advies slechts ruimte is wanneer de inhoud of de wijze van totstandkoming van het bindend advies ernstige gebreken vertoont, samengevat, als het advies onmiskenbaar onjuist is. De lat ligt dus hoog. Alleen ernstige gebreken in de besluitvorming van UitgesprokenZaak.nl kunnen leiden tot een geslaagde vordering tot vernietiging bij de kantonrechter. Dan gaat het bijvoorbeeld om een beslissing die op een ondeugdelijk onderzoek is gebaseerd (zoals strijd met hoor en wederhoor) of die geen of een apert ondeugdelijke motivering bevat (zoals een motivering zonder steekhoudende argumenten voor de genomen beslissing).Voor vernietiging is geen ruimte indien de grenzen waarbinnen redelijk denkende mensen van mening kunnen verschillen, niet zijn overschreden.
Het bindend advies vertoont geen ernstige gebreken
3.15.
Voor wat betreft de wijze van totstandkoming van het bindend advies is de kantonrechter van oordeel dat uit de feiten en omstandigheden niet blijkt dat fundamentele beginselen van behoorlijk procesrecht zijn geschonden. De kantonrechter gaat ook niet mee in het standpunt van [eiser] dat er sprake is van een tekortkoming aan de zijde van UitgesprokenZaak.nl omdat zij [eiser] niet heeft gewezen op het feit dat hij zelf een andere deskundige had kunnen inschakelen. [eiser] had dit kunnen weten door het reglement door te nemen.
3.16.
Verder kan op basis van de inhoud van het bindend advies niet worden geoordeeld dat gebondenheid van [eiser] hieraan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijk en billijkheid onaanvaardbaar is. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft UitgesprokenZaak.nl het oordeel van de deskundige gevolgd, en is zij daarna tot een gemotiveerd oordeel gekomen dat de klachten van [eiser] ongegrond zijn. Dat de deskundige heeft geoordeeld dat een deel van het bankstel afwijkt van de rest maakt het bindend advies ook niet onbegrijpelijk. Het ging erom of die afwijking maakte dat die banken niet meer voldeden aan de verwachting die [eiser] daarvan redelijkerwijs mocht hebben en dus non-conform was. Het oordeel dat van non-conformiteit geen sprake is, is gemotiveerd en niet onbegrijpelijk. Dat een andere deskundige na het oordeel van UitgesprokenZaak.nl anders oordeelt over de klachten van [eiser] , maakt ook niet dat de conclusie van UitgesprokenZaak.nl naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit betekent namelijk niet dat de beslissing ‘apert’ onjuist is, omdat het advies binnen de grenzen valt waarbinnen redelijk denkende mensen van mening kunnen verschillen.
3.17.
Gelet op het bovenstaande, oordeelt de kantonrechter dat het bindend advies van UitgesprokenZaak.nl in stand moet blijven. De klachten waarop in het bindend advies is beslist, zullen daarom inhoudelijk niet behandeld worden door de kantonrechter.
3.18.
In het bindend advies is niet ingegaan op de klacht van [eiser] over de missende verbindingsbout. Deze klacht was te laat ingediend, aangezien [handelsnaam] daar ook niet meer op kon reageren. Dat betekent dat de klacht buiten het bindend advies valt. De kantonrechter zal deze klacht daarom wel inhoudelijk behandelen.
De klacht over de verbindingsbout slaagt niet
3.19.
Volgens [eiser] moet er nog een draaibout worden vastgezet tussen de bankdelen, omdat de bank op dit moment nauwelijks is op te tillen. Als de bank nu wordt opgetild, buigt hij bijna door. [eiser] heeft de gebruiksaanwijzing overgelegd, waarin staat hoe de bout moet worden bevestigd. Daarnaast is er volgens [eiser] een voorgeboord gat voor de bout in één van de bankstellen, maar in het andere deel mist zo’n gat waardoor de bout nu niet geplaatst kan worden.
3.20.
De heer [A] heeft tijdens de mondelinge behandeling uitgelegd dat de verbindingsbout alleen bij bankstellen met een zwevend deel van toepassing is. [eiser] heeft twee op zichzelf staande bankstellen, die met een soort koppelingshaken worden verbonden. Voor dat type bankstel is zo’n verbindingsbout niet nodig, omdat de verbindingsbout alleen als functie heeft dat het zwevende gedeelte van een bank niet kan gaan kantelen. Aangezien de bankstellen van [eiser] op zichzelf staan omdat beide delen op poten staan, is dit bij [eiser] niet nodig. Dat de bout is meegeleverd met de bankstellen, moet volgens de heer [A] een foutje zijn geweest. Daarnaast wordt volgens de heer [A] geadviseerd om de twee bankstellen eerst van elkaar los te koppelen en ze dan op te tillen. Dat voorkomt het knikken bij deze zware bankstellen. Een andere optie is om de bank te schuiven. Het klopt dat er een gat is voorgeboord in één deel van de bankstellen, omdat dit deel eventueel gecombineerd kan worden met een zwevend gedeelte. Dat is zoals gezegd niet het geval bij [eiser] , dus hoeft met de draaibout volgens de heer [A] niets te gebeuren.
3.21.
De kantonrechter overweegt dat de klacht van [eiser] niet opgaat, gelet op het gemotiveerde verweer van [handelsnaam] . Kennelijk is het voor [eiser] op dit moment lastiger om te stofzuigen onder de bank, maar daarmee is niet komen vast te staan dat de bank non-conform is. Niet is gebleken dat de gekoppelde bank op dit moment (veiligheids-)risico’s heeft of in tweeën zal breken.
De conclusie
3.22.
De conclusie is dat de inhoud en de wijze van totstandkoming van het bindend advies geen ernstige gebreken vertoont, zodat de gebondenheid van [eiser] aan het bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. Ook de klacht over de missende verbindingsbout slaagt niet. Daarom zullen de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen.
[eiser] moet de proceskosten betalen
3.23.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Die proceskosten worden begroot op nihil, omdat [handelsnaam] in persoon procedeert en ook niet gesteld of gebleken is dat zij andere kosten heeft gemaakt in het kader van deze procedure die voor vergoeding in aanmerking komen.
Uitvoerbaar bij voorraad
3.24.
De kantonrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als een van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de rechtbank geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
4.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [handelsnaam] tot dit vonnis vastgesteld op nihil,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.G.F. van der Kraats en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2024.