Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster] met 44 producties, ter griffie ingekomen op 3 juli 2024;
- de brief van 19 juli 2024 van [verzoekster] met productie 9;
- het verweerschrift tevens verzoekschrift met 41 producties van [verweerder] van 6 september 2024;
- de e-mail van 10 september 2024 van [verweerder] met productie 16 en de laatste bladzijde van productie 24;
- de brief van 11 september 2024 van [verzoekster] met productie 45 tot en met 52;
- de brief van 12 september 2024 van [verzoekster] met productie 53.
2.De achtergrond van de zaak
“ [C (voornaam)] , Jouw email is – hoewel niet onverwacht – volledig in het verkeerde keelgat geschoten. Ik vind de manier van handelen onacceptabel. Dat je in je email mij een aantal dingen probeert in te wrijven die totaal niet kloppen, vind ik erg triest. Dat jij mijn gedrag als ondermijnend en onbeschoft bestempelt, vind ik onacceptabel. Ik ga niet accoord met deze laatste waarschuwing. Het verbetertraject waarover je spreekt, is overigens na een eerste gesprek door [verzoekster] stopgezet. Zo erg was het dus ook allemaal weer niet. Ik weet niet of ik er maandag ben. Ik ga eerst maar eens een advocaat raadplegen. Je hoort van mij.”