In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in het Verenigd Koninkrijk, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 13 juli 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, heeft op 9 februari 2024 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiseres heeft op 15 december 2023 een ingebrekestelling verzonden, waarna zij beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken, met een uiterste datum van 22 april 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed.