ECLI:NL:RBMNE:2024:6023

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
UTR 24/3863
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke zaak betreffende aanvraag en communicatie

Op 14 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het verzoek van eiser niet kan worden aangemerkt als een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser had verweerder gevraagd om een onderzoek naar de grondwaterstand, maar dit verzoek voldeed niet aan de definitie van een aanvraag zoals vastgelegd in artikel 1:3 van de Awb. Hierdoor kon er geen beroep worden ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat een aanvraag een verzoek van een belanghebbende is om een besluit te nemen. Aangezien het verzoek van eiser niet voldeed aan deze criteria, was de rechtbank onbevoegd om kennis te nemen van het beroepschrift. De rechtbank heeft zich dan ook onbevoegd verklaard en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. Eiser had wel griffierecht betaald, maar dit zal aan hem worden terugbetaald omdat de rechtbank zich onbevoegd heeft verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/3863

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 oktober 2024 in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser omdat verweerder niet op tijd heeft beslist
op zijn aanvraag.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Op grond van artikel 1:3, derde lid, van de Awb wordt onder een aanvraag verstaan: een verzoek van een belanghebbende een besluit te nemen. Op grond van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb wordt onder een besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Van een rechtshandeling in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb is sprake - voor zover hier van belang - indien er een verandering optreedt in de bestaande rechten, verplichtingen of bevoegdheden of wanneer het bestaan van rechten, verplichtingen, bevoegdheden bindend wordt vastgesteld. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder a, van de Awb wordt het niet tijdig nemen van een besluit en een schriftelijke weigering tot het nemen van een besluit gelijkgesteld met een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Op grond van artikel 8:1 van de Awb kan een belanghebbende beroep instellen tegen een besluit bij de bestuursrechter.
3. De rechtbank overweegt dat het verzoek van eiser niet aangemerkt kan worden als een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb. Het betreft namelijk geen verzoek aan verweerder tot het nemen van een besluit in de zin van de Awb. Eiser heeft aan verweerder gevraagd om een onderzoek te doen naar de grondwaterstand. Hierop is volgens eiser niet op gereageerd. Vervolgens heeft eiser over het gebrek aan communicatie op
8 maart 2023 een klacht ingediend. Op 12 oktober 2023 heeft eiser de gemeenteraad gevraagd om de communicatie vanuit de gemeente op de raadsvergadering te zetten als agendapunt. Volgens eiser is dat de aanvraag. Nu er geen sprake is van een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb kan er gelet op artikel 6:2, aanhef en onder a, van de Awb ook geen sprake zijn van een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit of een schriftelijke weigering tot het nemen van een besluit. Dit heeft tot gevolg dat artikel 8:1 van de Awb niet van toepassing is en de rechtbank onbevoegd is kennis te nemen van het beroepschrift van eiser.
4. De rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het beroep.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
6. Omdat de bestuursrechter zich onbevoegd verklaart, is afgezien van het heffen van griffierecht. Omdat eiser het griffierecht wel heeft betaald, zal dit aan hem worden terugbetaald.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van het beroep.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
S. Ayyildiz, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.