ECLI:NL:RBMNE:2024:5995
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek in civiele procedure met betrekking tot rechterlijke onpartijdigheid
Op 21 oktober 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van [verzoekster] B.V. Het verzoek werd ingediend op 17 oktober 2024 tegen mr. R.W. Nederveen, de behandelend rechter in de hoofdzaak. Verzoekster stelde dat zij niet op de hoogte was gesteld van de wisseling van rechter vóór het tussenvonnis van 9 oktober 2024, waardoor zij niet in staat was om tijdig een wrakingsverzoek in te dienen. Dit zou in strijd zijn met het recht op een eerlijk proces zoals vastgelegd in artikel 6 van het EVRM.
De wrakingskamer overwoog dat het wrakingsverzoek niet gemotiveerd was, aangezien verzoekster niet had aangetoond dat er sprake was van een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de rechter. Bovendien was er eerder, op 24 mei 2024, een wrakingsverbod opgelegd aan verzoekster, wat de ontvankelijkheid van het huidige verzoek verder ondermijnde.
De wrakingskamer besloot dat er geen mondelinge behandeling nodig was en verklaarde verzoekster niet-ontvankelijk in haar wrakingsverzoek. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.