ECLI:NL:RBMNE:2024:5993
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen inzake kinderopvangtoeslag aanvragen
Op 3 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaken UTR 23/3245 en UTR 23/3308, waarbij de beroepen van eiseres, een Surinaamse, tegen de afwijzing van haar aanvragen voor kinderopvangtoeslag over de jaren 2005 tot en met 2008 niet-ontvankelijk zijn verklaard. Eiseres had op 22 december 2020 verzocht om herbeoordeling van haar aanvragen. De Dienst Toeslagen had op 1 mei 2021 en 28 april 2022 besluiten genomen waarin werd aangegeven dat eiseres geen recht had op de gevraagde tegemoetkoming. De bestreden besluiten van 10 februari 2023 werden door de Dienst Toeslagen gehandhaafd, waarop eiseres in beroep ging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepen te laat zijn ingediend, aangezien het beroepschrift uiterlijk op 17 maart 2023 ontvangen had moeten zijn, maar pas op 4 juli 2023 is ingediend. De gemachtigde van eiseres stelde dat hij te laat was omdat hij geen compleet dossier had, maar de rechtbank oordeelde dat dit geen geldige reden was. De rechtbank heeft eiseres vrijgesteld van het betalen van griffierecht, maar heeft de beroepen niet inhoudelijk behandeld. Eiseres krijgt geen terugbetaling van griffierecht en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.