Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster, hierna ook te noemen: [verzoekster] ,
gemachtigde: mr. K. Horstman
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster, hierna ook te noemen: [verweerster] ,
gemachtigde: mr. A.G.M. Wilms.
1.De procedure
- het verzoekschrift met 9 producties, ter griffie ingekomen op 5 juni 2024;
- het verweerschrift van [verweerster] van 9 juli 2024 met 8 producties;
- de aanvullende producties 10-13 van [verzoekster] ;
- de brief namens [verzoekster] van 15 juli 2024 waarin mr. Horstman meedeelt de zaak over te nemen van mr. [A] en dat zijn cliënte op advies van de verloskundige niet zelf op de zitting aanwezig zal zijn.
2.De feiten
3.De verzoeken van [verzoekster] en het verweer van [verweerster]
€ 11.210,04 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 50.000,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
1 december 2023 retour te hebben gebracht althans dat dit onder haar leiding en verantwoordelijkheid is gebeurd. Volgens [verweerster] is door die handelwijze aan de omzettarget over november 2023 voldaan en hebben [verzoekster] en de overige werknemers ten onrechte een bonus over november 2023 ontvangen. Ter onderbouwing van deze omzetmanipulatie heeft [verweerster] een WhatsApp-conversatie overgelegd tussen [verzoekster] en haar collega van 29 november 2023. Daaruit blijkt dat [verzoekster] en haar collega [E (voornaam)] (assistent Store Manager) contact hebben over de omzet en hun frustratie uiten dat de target nog niet is gehaald.
[verzoekster] zegt daarin onder meer:
“
Nou hopelijk morgen En anders pin ik t wel hoor En dan retour ik t later welKan t niet uit staan"
[F (voornaam)] verklaart hierover: “
Aan het eind van de maand November 2023, zouden we de maand target net niet gaan halen. Om het maand budget toch te halen is er die dag een “nep” verkoop gedaan onder toeziend oog van [verzoekster] hetwelk de volgende dag “retour” moest worden genomen om het kasverschil weg te doen werken. Dit moest geheim blijven voor de rest van het team, waardoor het een schimmig verhaal werd waarom er een tas kleding bij de kassa stond, en wat dat daar de bedoeling van was. “
[G (voornaam)] verklaart: “
Ik stond bij de kassa 30 november 2023, toen [verzoekster (voornaam)] zei: “we gaan even iets doen wat niet mag maar morgen storten we het wel weer terug.” Ik was het bewuste moment van de “nep” verkoop aanwezig.”
De kantonrechter stelt vast dat de omschrijving van de aangekochte producten echter niet (volledig) overeenkomt met de op de retourbonnen van 1 december 2023 omschreven producten. Zo blijkt uit die retourbonnen dat onder meer producten zijn teruggebracht met de omschrijving: “
Silat pcs, Oil green, 6 en Seppe pcs, dark blue 4”. Die producten staan niet vermeld op de aankoopbonnen van 30 november 2023. Evenmin komen de retour gebrachte producten die op de tweede bon van 1 december 2023 staan vermeld (
Cilo pcs Urban green 16 en Cilio pcs Lava grey 15) overeen met de op de aankoopbonnen omschreven producten.
De bonnen van 30 november en 1 december 2023 tonen niet aan dat door [verzoekster] op
30 november 2023 aankopen zijn gedaan die zij (of iemand anders op haar instructie) op 1 december 2023 vervolgens weer heeft geretourneerd. De op de bonnen vermelde producten komen niet (volledig) met elkaar overeen, zodat deze bonnen even goed van andere transacties afkomstig kunnen zijn. Ook in samenhang met de verklaringen van de drie werknemers van [verweerster] blijkt dus vooralsnog onvoldoende dat [verzoekster] de omzet over november 2023 heeft gemanipuleerd.
Dat [verweerster] op een later moment ten aanzien van de maanden maart en juni 2023 heeft geconstateerd dat de omzet toen is gemanipuleerd draagt wel bij aan de beeldvorming van de gang van zaken in de winkel. De reële mogelijkheid dat ook in november 2023 daadwerkelijk gemanipuleerd is met de omzet is dus aanwezig, maar de bonnen en verklaringen van de werknemers tonen dit onvoldoende aan. Aan het ontslag is de omzetfraude over november 2023 ten grondslag gelegd (en niet die van maart en juni 2023) en [verweerster] zal dan ook moeten bewijzen dat in november 2023 daadwerkelijk door [verzoekster] gemanipuleerd is met die omzet.
a) dat zij ten onrechte in het systeem heeft geregistreerd om de week op zondag te hebben gewerkt en daarmee voordeel te hebben verkregen; en
5.De beslissing
op 15 augustus 2024,bij nader verzoekschrift:
- de namen en woonplaatsen van de getuigen dient op te geven;
- moet opgeven op welke dagen alle partijen, hun (eventuele) gemachtigden en de getuigen in de drie maanden nadien verhinderd zijn; zij dient bij die opgave ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zou kunnen plaatsvinden;
- voor het opgeven van verhinderdata geen uitstel zal worden verleend;
- indien [verweerster] geen gebruik maakt van de mogelijkheid om verhinderdata op te geven de rechter eenzijdig een datum zal bepalen waarvan dan in beginsel geen wijziging meer mogelijk is;
- het getuigenverhoor zal kunnen worden bepaald op een niet daarvoor opgegeven dagdeel, indien bij de opgave minder dan het hiervoor verzochte aantal dagdelen zijn vrijgelaten;
op 15 augustus 2024bij nader verzoekschrift in het geding moet brengen;