Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
[verzoekster] B.V.,
gevestigd te [vesitigingsplaats] ,
verzoekster,
gemachtigde: mr. J. Witvoet
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
gemachtigde: mr. J.C. de Graaff.
1.De procedure
-de brief van mr. Witvoet van 17 juli 2024 waarin hij namens [verzoekster] bezwaar maakt tegen de door [verweerder] ingediende antwoordakte met producties,
2.De verdere beoordeling in het verzoek en in het zelfstandig tegenverzoek
Kamerstukken II 2013/14, 33818, nr. 3, p. 34 en 40, en nr. 4, p. 15-16).
Toen mevrouw [C] en de heer [D] [verweerder] op maandag 15 april 2024 spraken, heeft [verweerder] hen verteld dat hij ‘s-nachts wakker wordt met een glimlach op zijn gezicht als hij gedroomd heeft dat de heer [A] zich met de auto tegen een boom te pletter heeft gereden en dat hij hem het liefst de kop van de romp wil trekken en/of de keel zou willen doorsnijden.
De kantonrechter vindt de uitlatingen van [verweerder] over [A] daarom ernstig verwijtbaar. Dat betekent dat [verweerder] in principe geen recht heeft op een transitievergoeding.
[verweerder] zegt dat i) het feit dat hij met dit soort dromen kampte al een signaal op zich moet zijn geweest dat er bijvoorbeeld een interventietraject ingezet moest worden, ii) werkgever een zorgplicht heeft en iii) niet vergeten mag worden dat hij al ruim 19 jaar in dienst is en iv) een goede staat van dienst heeft.
[verzoekster] heeft [verweerder] conform haar verplichtingen als werkgever steeds bij de bedrijfsarts laten oproepen en heeft hem laten re-integreren volgens de instructies van de bedrijfsarts.
Dat [verweerder] een lang dienstverband heeft en dat zich verder geen noemenswaardige incidenten hebben voorgedaan, maakt evenmin dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is aan [verweerder] geen transitievergoeding toe te kennen. Daarvoor zijn bijkomende bijzondere omstandigheden vereist en die zijn verder niet door [verweerder] aangevoerd.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
3.De beslissing
€ 1.351,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe.