ECLI:NL:RBMNE:2024:5983
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen een brief van de minister van Financiën met betrekking tot FSV-registratie
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de minister van Financiën van 20 oktober 2023 beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een brief van de minister van 22 juli 2023, waarin werd medegedeeld dat haar registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) geen gevolgen had voor haar belastingaangiftes. De rechtbank oordeelt dat de brief van 22 juli 2023 niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat deze niet op een publiekrechtelijk rechtsgevolg is gericht en dat de mededeling over de financiële tegemoetkoming geen rechtsgevolg heeft.
De rechtbank stelt vast dat de brief enkel informatief van aard is en geen wijziging in de rechtspositie van eiseres teweegbrengt. Eiseres had aangevoerd dat de mededeling van de minister over de financiële tegemoetkoming een besluit is, maar de rechtbank is van mening dat er geen publiekrechtelijke grondslag is voor deze mededeling. De rechtbank wijst erop dat als eiseres schade heeft geleden door de FSV-registratie, zij een civielrechtelijk verzoek om schadevergoeding kan indienen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. Partijen worden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.