ECLI:NL:RBMNE:2024:5980
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van huurwoning na strafbare feiten door huurder
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Almere, op 28 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting GoedeStede en een gedaagde huurder. De eiser, GoedeStede, vorderde ontruiming van de huurwoning van de gedaagde, die sinds augustus 2023 in detentie zit na een veroordeling voor strafbare feiten gepleegd in de huurwoning. De huurder heeft de huur niet vrijwillig opgezegd en is niet verschenen op de zitting, waar zijn broer wel aanwezig was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurder tekortschiet in zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, omdat hij het gehuurde niet bewoont en strafbare feiten heeft gepleegd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het belang van de verhuurder om de woning opnieuw te verhuren in deze tijd van woningnood zwaarder weegt dan het belang van de huurder om na zijn detentie terug te keren naar de woning. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis voor de ontruiming. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 944,72.