In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 oktober 2024, staat de ontbinding van de Busovereenkomst tussen EBUSCO B.V. en QBUZZ B.V. centraal. EBUSCO had een overeenkomst gesloten voor de productie en levering van 45 elektrische bussen, maar QBUZZ ontbond deze overeenkomst op 16 september 2024. De voorzieningenrechter oordeelt dat QBUZZ in redelijkheid mocht ontbinden, omdat EBUSCO niet in staat was om de bussen tijdig te leveren. De rechter concludeert dat de vorderingen van EBUSCO tot nakoming van de overeenkomst en opheffing van het beslag worden afgewezen. De voorzieningenrechter stelt vast dat EBUSCO onvoldoende zekerheid kon bieden over de levering van de bussen, wat leidde tot de conclusie dat de ontbinding door QBUZZ niet onaanvaardbaar was. De rechter wijst ook op de spoedeisendheid van de situatie voor QBUZZ, die afhankelijk was van de tijdige levering van de bussen voor de uitvoering van haar concessie voor openbaar vervoer. De proceskosten worden toegewezen aan QBUZZ, aangezien EBUSCO in het ongelijk is gesteld.