In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 30 augustus 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, heeft op 9 februari 2024 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiseres heeft op 2 januari 2024 een verweerschrift ontvangen van verweerder, maar de rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres meer dan twee weken na de ingebrekestelling, bij brief van 8 november 2023, beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 218,75 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 februari 2024.