In deze zaak, die op 22 oktober 2024 door de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Broadcom, vertegenwoordigd door de advocaten mr. J.W. Leedekerken en mr. J.L. Jonker, en Philips Electronics Nederland B.V., vertegenwoordigd door mr. P.W. Ebbink en mr. E.N.M. Visser. Broadcom heeft een licentieovereenkomst voor de Clarity-software met Philips ontbonden en stelt dat Philips onrechtmatig gebruik maakt van deze software, wat een inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten zou vormen. Philips betwist de ontbinding van de overeenkomst en stelt dat er geen sprake is van inbreuk.
De voorzieningenrechter heeft op 23 september 2024 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen spoedeisend belang is voor de vorderingen van Broadcom, omdat de ontbinding van de licentieovereenkomst niet terecht is. De rechter oordeelt dat Philips niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, ondanks dat zij niet aan de rapportageverplichtingen heeft voldaan. De rechter concludeert dat Broadcom de overeenkomst niet had mogen ontbinden, waardoor Philips recht heeft op het gebruik van de Clarity-software.
De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Broadcom af en veroordeelt haar tot betaling van de proceskosten aan Philips, die zijn begroot op € 1.973,-. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 22 oktober 2024.