ECLI:NL:RBMNE:2024:5956

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
1631954023
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot doodslag met tbs en gevangenisstraf

Op 22 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 28 november 2023 in Amersfoort heeft geprobeerd een slachtoffer van het leven te beroven door meerdere keren met een mes in de borst en het been te steken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft daarnaast de maatregel van tbs met voorwaarden opgelegd. De zaak is behandeld op tegenspraak na meerdere zittingen, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, maar dat er voldoende bewijs is voor de poging tot doodslag. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft een geschiedenis van geweldsdelicten en lijdt aan een lichte verstandelijke beperking en psychische stoornissen, wat heeft geleid tot het advies van deskundigen om tbs met voorwaarden op te leggen. De rechtbank heeft ook de noodzaak van behandeling en begeleiding benadrukt, gezien het recidiverisico van de verdachte. De uitspraak is gedaan in het belang van de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16-319540-23 en 16-004054-22 (vord. tul); 96-261909-20 (vord. tul); 16-055123-21 (vord. tul); 16-038062-17 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 22 oktober 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] te [plaats 1] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 14 maart 2024, 11 juni 2024, 15 juli 2024 en 8 oktober 2024. Op laatstgenoemde datum is de zaak inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Harmsen en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.P. Hilhorst, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht. Op de zitting van 8 oktober 2024 is [A] , reclasseringswerker, als deskundige gehoord.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
Primair: op 28 november 2023 in Amersfoort [slachtoffer] heeft geprobeerd van het leven te beroven door meermaals met een mes te steken in het been en/of de borst en/of de hartstreek van die [slachtoffer] ;
Subsidiairis dit ten laste gelegd als een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat de feitelijke handelingen, dus het door verdachte meermaals met een mes steken in het been en de borst van [slachtoffer] , wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De raadsvrouw heeft bepleit dat dit leidt tot een bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling. De rechtbank dient verdachte vrij te spreken van de primair ten laste gelegde poging tot doodslag, omdat verdachte geen opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, op de dood van [slachtoffer] heeft gehad.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Plaats delict: [adres] , [plaats 2]
Ik ben op 28 november 2023 neergestoken door [verdachte] . Ik ben drie keer in mijn borst gestoken. Een keer onder mijn rechter tepel en twee keer tussen mijn rechter tepel en schouder. Mijn long is geraakt en mijn hart is net niet geraakt zei de dokter. [2] [verdachte (voornaam)] zag mij en kwam naar me toe. We kwamen dus recht tegenover elkaar te staan en zonder enige aanleiding begon hij op mij in te steken. Ik weet niet waar hij dat mes vandaan had. Hij maakte meerdere stekende bewegingen. Eerst in mijn rechterbovenbeen en daarna in mijn borst. Gezien de steekwonden moet het een groot mes geweest zijn. [3]
Een letselrapportage forensische geneeskunde van de GGD regio Utrecht, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Onderzoeksgegevens:
Naam: [slachtoffer]
Datum letselonderzoek: 6 december 2023
Datum incident: 28 november 2023. Verhaal: Ze staan naast elkaar, dan wordt het slachtoffer 5x binnen 3 sec gestoken, 2 steekwonden in de rechterborstkas. Droeg op dat moment 2 truien en jas. De steken gingen hier door heen.
SEH en Medium care: Had twee diepe steekwonden in de rechterborstkas met een hematopneumothorax als gevolg. Dit is het deels inklappen van de rechterlong met een bloeding daarbij in de rechterborstkas. De longbeschadiging liep door tot vlakbij het hart. [4]
Feitelijk is het toegebrachte letsel als matig ernstig te kwalificeren. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat een scherp trauma in de borstkas steeds als potentieel ernstig moet worden gezien (omwille van de vitale structuren in de borstkas zoals hart, longen, luchtwegen, aorta en longslagader, grote aderen naar linker en rechter hart en zenuwen). Met name verbloedingen en de verstoring van de hart- of longfunctie kan levensbedreigend zijn of zich in die richting ontwikkelen. [5]
Een proces-verbaal van bevindingen van 28 november 2023, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Wij, verbalisanten, zijn ter plaatse gegaan aan de [adres] in [plaats 2] en daar troffen wij drie mannen aan. Eén van deze mannen zat op de grond. Ik, verbalisant, zag dat deze man ter hoogte van zijn borst aan zijn rechterzijde twee wonden had zitten. Ambtshalve herkende ik de man met de wonden als [slachtoffer] . De man die erbij stond herkende ik ambtshalve als [E] . Ik hoorde [E] zeggen dat hij het had zien gebeuren. [E] gaf, kort en bondig weergegeven, aan dat:
- [verdachte] , [slachtoffer] zou hebben gestoken;
- hij zou dit hebben gedaan met een groot keukenmes;
- [slachtoffer] zou door [verdachte] meerdere keren zijn gestoken. [6]
Een proces-verbaal van bevindingen van 8 december 2023, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
[E] vertelde mij, verbalisant:
- dat hij op 15 meter afstand was geweest toen [slachtoffer (voornaam)] was neergestoken;
- dat hij het mes had gezien en dat het een groot keukenmes was van ongeveer 40 cm lang. [7]
Bewijsoverweging
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of het handelen van verdachte kan worden gekwalificeerd als een poging tot doodslag. Om tot een bewezenverklaring te komen voor een poging tot doodslag, moet sprake zijn van opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, op het overlijden van het slachtoffer. Voor het voorwaardelijk opzet geldt, dat bewezen zal moeten worden dat het handelen van verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer tot gevolg had en dat verdachte deze kans bewust heeft aanvaard.
Verdachte heeft het slachtoffer in hele korte tijd meerdere keren met een mes in de borst en de hartstreek gestoken. De rechtbank is van oordeel dat de messteken met kracht zijn toegebracht. De steekwonden als gevolg van de messteken waren immers diep, zoals volgt uit de letselrapportage, en de messteken zijn door de drie lagen bovenkleding van het slachtoffer, twee truien en een jas, heen gegaan. In de borstkas zitten vitale structuren als hart, longen, luchtwegen, aorta, longslagader en andere grote bloedvaten. Daarom is de kans dat diepe messteken in de borst leiden tot de dood naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk te achten. Voornoemde gedragingen van verdachte, zoals die blijken uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen, kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvormen dus worden aangemerkt als zo zeer gericht op de dood, dat het niet anders kan dan dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de dood van het slachtoffer als gevolg van de messteken zou intreden.
De raadsvrouw heeft het verweer gevoerd dat voorwaardelijk opzet niet kan worden aangenomen, gelet op de psychische gesteldheid van de verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat er echter geen grond voor de conclusie dat bij de verdachte ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan heeft ontbroken. Dat de verdachte volgens de deskundigen verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht, betekent niet dat hij niet opzettelijk heeft kunnen handelen. Toerekenbaarheid (in de zin van verwijtbaarheid) en opzet zijn immers twee verschillende begrippen. Dat iemand niet of in (sterk) verminderde mate toerekeningsvatbaar is, staat aan (voorwaardelijk) opzettelijk handelen niet in de weg. Het betekent enkel dat dat opzettelijk handelen de verdachte niet of slechts in (sterk) verminderde mate kan worden verweten.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er, zoals primair is ten laste gelegd, sprake is van een poging tot doodslag.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 28 november 2023 te [plaats 2] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, meerdere malen met een mes in de borststreek en de hartstreek van die [slachtoffer] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
poging tot doodslag.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van twee jaren, met aftrek van het voorarrest. Ook heeft de officier van justitie gevorderd verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren en te gelasten dat verdachte ter beschikking wordt gesteld onder de voorwaarden zoals door de reclassering zijn geadviseerd. De officier van justitie heeft hierbij gevorderd de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Daarnaast heeft de officier van justitie de oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) gevorderd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat een gevangenisstraf van twee jaar niet passend is bij de bepleite bewezenverklaring van poging tot zware mishandeling. De raadsvrouw heeft een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest, voorgesteld. Verder heeft de raadsvrouw aangegeven dat verdachte gebaat is bij hulp en dat hij in dat licht bereid is mee te werken met het kader van de tbs met voorwaarden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag door het slachtoffer meerdere keren met een mes te steken. Het slachtoffer heeft twee diepe steekwonden in de rechterborstkas opgelopen, met een klaplong en een bloeding in de rechterborstkas als gevolg. De longbeschadiging liep door tot vlakbij het hart. Dit letsel is gekwalificeerd als potentieel levensbedreigend en het had dus ook heel anders kunnen aflopen met het slachtoffer. Een poging tot doodslag is een heftig en ernstig feit. Het handelen van verdachte heeft ongetwijfeld veel impact op het slachtoffer gehad. Daarbij rekent de rechtbank het verdachte aan dat het feit op de openbare weg is gepleegd. Verdachte heeft daardoor gevoelens van onveiligheid veroorzaakt bij degenen die getuige van het feit zijn geweest.
Persoon van verdachte
Uit het uittreksel van de justitiële documentatie betreffende verdachte van 1 oktober 2024 volgt dat verdachte eerder is veroordeeld voor geweldsfeiten, maar niet voor een levensdelict als poging tot doodslag. Op 14 maart 2024 is verdachte door de politierechter Gelderland veroordeeld voor diefstal tot een gevangenisstraf van drie weken. Gelet op de inhoud van artikel 63 Sr zal de rechtbank bij de strafoplegging met deze veroordeling rekening houden.
Over verdachte zijn twee deskundigenrapportages opgemaakt:
- een psychologisch onderzoek Pro Justitia van 2 april 2024, opgemaakt door [C] , GZ-psycholoog en
- een psychiatrisch onderzoek Pro Justitia van 7 maart 2024, opgemaakt door van [D] , psychiater.
De psycholoog en de psychiater komen beiden tot de conclusie dat verdachte lijdt aan een lichte verstandelijke beperking, een psychotische stoornis en stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne en alcohol. Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van het bewezenverklaarde feit en hebben het handelen van verdachte beïnvloed. Daarom is het advies van de deskundigen aan de rechtbank het feit in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De deskundigen geven aan dat het risico op herhaling (het recidiverisico) van een geweldsdelict hoog is als verdachte geen hulp en begeleiding krijgt. Die hulp en begeleiding moet volgens de deskundigen worden vormgegeven in het kader van tbs met voorwaarden. Het recidiverisico komt met name voort uit het cocaïnegebruik van verdachte. De deskundigen schrijven op dat verdachte gemotiveerd is te stoppen met het gebruiken van cocaïne. Zij verwachten echter dat hij door zijn verstandelijke beperking en zijn gebrekkige copingvaardigheden in situaties van stress en spanning niet in staat zal zijn weerstand te bieden aan de drang naar cocaïne, zonder de juiste behandeling en begeleiding. Er zijn in het verleden meerdere keren pogingen gedaan om verdachte ambulant te behandelen, maar die behandelingen zijn niet van de grond gekomen. Daardoor is een structurele gedragsverandering uitgebleven. De deskundigen adviseren daarom de oplegging van de tbs met voorwaarden. Binnen dat kader kan verdachte intensief begeleid en behandeld worden, waarbij er oog is voor zowel de verslavingsproblematiek als de verstandelijke beperking. De behandeling zou klinisch moeten starten, om goed zicht en grip op verdachte te krijgen, maar moet daarna wel zo snel mogelijk gericht zijn op resocialisatie.
Ook [organisatie 1] heeft in haar advies ‘tbs met voorwaarden’ van 12 september 2024, opgesteld door [A] , aangegeven dat zij positief adviseren over de oplegging van tbs met voorwaarden. Tot een blijvende gedragsverandering is het tot op heden niet gekomen. De reclassering schrijft op dat verdachte door de oplegging van een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden altijd de keuze heeft om zijn voorwaardelijk strafdeel uit te zitten, in plaats van mee te werken aan gedragsverandering en recidivevermindering. Om die situatie te voorkomen en verdachte de juiste behandeling en begeleiding te kunnen bieden, moet het kader van de tbs met voorwaarden bestaan uit een klinische behandeling, gericht op verslavingsproblematiek en het aanleren van helpende copingvaardigheden, met aansluitend een langdurig resocialisatietraject, bestaande uit beschermd wonen en ambulante behandeling. Verdachte is al aangemeld voor een plek in een kliniek en op de wachtlijst geplaatst. Andere voorwaarden die de reclassering adviseert, zijn het meewerken aan reclasseringstoezicht, het meewerken aan een time-out, niet naar het buitenland gaan zonder toestemming, een drugs- en alcoholverbod, meewerken aan dagbesteding en schuldhulpverlening en het niet opnieuw plegen van strafbare feiten. De reclassering adviseert de dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs met voorwaarden, omdat de kans op een misdrijf met schade voor personen groot is.
Daarnaast adviseert de reclassering oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, zodat die voorwaarden toegepast kunnen worden na de tbs of gevangenisstraf. De problematiek, zoals gesteld bij verdachte, is volgens de reclassering chronisch van aard en zal naar verwachting nog steeds aanwezig zijn na afloop van de tbs of voorwaardelijk kader, waardoor hij mogelijk nog langere tijd in enige mate ondersteuning/begeleiding zal behoeven.
Verminderde toerekenvatbaarheid
De rechtbank neemt de hiervoor besproken adviezen van de deskundigen en de reclassering integraal over. Dit betekent dat de rechtbank het bewezenverklaarde feit in verminderde mate aan verdachte toerekent.
Maatregel tbs met voorwaarden
De rechtbank stelt vast dat de bewezenverklaarde poging tot doodslag een misdrijf is als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onder 2, Sr waarvoor de tbs-maatregel kan worden opgelegd. De rechtbank baseert het oordeel dat verdachte tijdens het plegen van de poging tot doodslag een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens had, namelijk een licht verstandelijke beperking, een psychotische stoornis en stoornissen in het gebruik van cannabis, cocaïne en alcohol, op de conclusies van de deskundigen uit de Pro Justitia rapportages. Verder is de rechtbank van oordeel dat ook is voldaan aan het wettelijke vereiste dat de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel eist. Daartoe is redengevend wat de deskundigen hebben gerapporteerd over de stoornissen van verdachte en het daarmee samenhangende recidiverisico. Het is niet verantwoord verdachte zonder behandeling terug te laten keren in de maatschappij. Mede vanwege het feit dat al eerder geprobeerd is verdachte in het kader van bijzondere voorwaarden ambulant te behandelen en te begeleiden maar die trajecten niet succesvol zijn afgerond, biedt naar het oordeel van de rechtbank alleen de tbs-maatregel voldoende zekerheid dat verdachte daadwerkelijk wordt behandeld en de kans op recidive voldoende zal worden ingeperkt.
Dan resteert de vraag of de tbs-maatregel met dwangverpleging of onder voorwaarden zal worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat oplegging van de tbs-maatregel met voorwaarden – gelet op het advies van de deskundigen – passend en geboden is. De deskundigen vinden dat deze maatregel kans van slagen heeft. Verdachte heeft ook niet eerder een klinische behandeling ondergaan. Ter terechtzitting heeft verdachte zich bereid verklaard de door de reclassering voorgestelde voorwaarden na te leven als een tbs-maatregel wordt opgelegd.
De tbs met voorwaarden heeft, gelet op hetgeen is bepaald in artikel 38e, tweede lid, Sr, een maximale duur van negen jaren. De bewezen verklaarde feiten zijn misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Mocht de behandeling niet goed verlopen, omdat verdachte de opgelegde voorwaarden niet naleeft, dan kan alsnog worden bevolen dat verdachte van overheidswege wordt verpleegd. In dat geval is de duur van de maatregel ongemaximeerd.
Gelet op hetgeen de deskundigen hebben gerapporteerd over het recidivegevaar is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een soortgelijk misdrijf zal begaan, zolang hij geen behandeling krijgt. Daarom wordt bevolen dat de tbs-maatregel met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
Om te voorkomen dat verdachte na beëindiging van de tbs-maatregel zonder behandeling in de maatschappij zal terugkeren, terwijl deze behandeling voor inperking van het recidiverisico wel noodzakelijk is, zal de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel opleggen. Gelet op wat hiervoor besproken is met betrekking tot de oplegging van de tbs met voorwaarden, vereist de veiligheid van anderen het opleggen van deze gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende
maatregel.
Strafoplegging
Naast de maatregel van tbs met voorwaarden is de rechtbank van oordeel dat er een straf moet volgen. De aard en ernst van het bewezenverklaarde feit, een poging tot doodslag, is dusdanig ernstig dat er met geen andere straf kan worden volstaan dan een straf die vrijheidsbeneming met zich brengt. Voor de hoogte van de straf kijkt de rechtbank naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

Teruggave aan de rechthebbenden
De rechtbank zal, zoals door de officier van justitie is gevorderd, teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- 1 jas (G3258398);
- 2 handschoenen (G3258397);
- 1 vest (G3258396);
- 1 trui (G3258395);
- 1 shirt (G3258398);
- 1 telefoon, lege portemonnee, aanstekers, basepijp etc. (G3267608);
- 1 telefoon, Samsung ( [.] );
- 1 telefoon, Xiaomi ( [..] ),
aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbende van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt. Dit betekent dat alle kledingstukken, de handschoenen en de telefoon met goednummer 3267608 terug kunnen naar de beslagene [slachtoffer] . De Samsung telefoon en de Xiaomi telefoon kunnen terug naar de beslagene [B] .
Anders dan verdachte en de raadsvrouw hebben betoogd, zijn in het dossier onvoldoende aanknopingspunten te vinden om vast te stellen dat verdachte eigenaar is van de Samsung en de Xiaomi telefoon. De beslagene [B] is daarom aangemerkt als rechthebbende van de telefoons.

10.VORDERINGEN TENUITVOERLEGGING

Parketnummer 16-004054-22
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 1 maart 2022 (parketnummer 16-004054-22) is verdachte een gevangenisstraf van 90 dagen voorwaardelijk opgelegd.
Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Om die reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden.
Parketnummer 96-261909-20
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 6 februari 2023 (parketnummer 96-261909-20) is verdachte een geldboete van € 600,00 voorwaardelijk opgelegd.
De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen. Reden daarvoor is dat het in dit vonnis bewezenverklaarde feit een heel andersoortig delict is (Wegenverkeerswet) dan waarvoor verdachte deze voorwaardelijke geldboete heeft opgelegd gekregen.
Parketnummer 16-055123-21
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 17 november 2021 (parketnummer 16-055123-21) is verdachte een taakstraf van 30 uren voorwaardelijk opgelegd.
De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen. Reden daarvoor is dat het de rechtbank niet duidelijk is geworden dat de proeftijd van twee jaren nog liep op het moment dat verdachte het in dit vonnis bewezenverklaarde feit pleegde.
Parketnummer 16-038062-17
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 26 juni 2017 (parketnummer 16-038062-17
)is verdachte een taakstraf van 40 uren voorwaardelijk opgelegd.
De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen. Reden daarvoor is dat het de rechtbank niet duidelijk is geworden dat de proeftijd van twee jaren nog liep op het moment dat verdachte het in dit vonnis bewezenverklaarde feit pleegde.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 37a, 38, 38a, 38d, 38z, 45, 63 en 287 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 24 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Oplegging maatregel
- gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij de volgende
voorwaarden betreffende het gedragvan de ter beschikking gestelde:

Geen strafbaar feit plegen
Verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.

Meewerken aan reclasseringstoezicht
Verdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- Verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
- Verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen.
- Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
- Verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
- Verdachte werkt mee aan huisbezoeken.
- Verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
- Verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
- Verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht.

Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en verdachte daarmee instemt, kan verdachte voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot in totaal maximaal veertien weken per jaar.

Niet naar het buitenland
Verdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.

Opname in een zorginstelling
Verdachte laat zich opnemen in [organisatie 2] of een soortgelijke zorginstelling (of een eventuele overbruggingsplek), te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan detentie. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing.

Ambulante behandeling
Verdachte laat zich behandelen door het forensisch [organisatie 3] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend aan de klinische opname. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.

Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Verdachte verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.

Drugsverbod
Verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.

Alcoholverbod
Verdachte gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.

Dagbesteding
Verdachte spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.

Meewerken aan schuldhulpverlening
Verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
- waarbij de reclassering [organisatie 1] opdracht wordt gegeven als bedoeld toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- verklaart deze maatregel
dadelijk uitvoerbaar;
Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
- legt aan verdachte op grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of beperking van de vrijheid;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16-004054-22
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, bij vonnis van 1 maart 2022 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 96-261909-20
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16-055123-21
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16-038062-17
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging;
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:
- 1 jas (G3258398) aan rechthebbende [slachtoffer] ;
- 2 handschoenen (G3258397) aan rechthebbende [slachtoffer] ;
- 1 vest (G3258396) aan rechthebbende [slachtoffer] ;
- 1 trui (G3258395) aan rechthebbende [slachtoffer] ;
- 1 shirt (G3258398) aan rechthebbende [slachtoffer] ;
- 1 telefoon, lege portemonnee, aanstekers, basepijp etc. (G3267608) aan rechthebbende [slachtoffer] ;
- 1 telefoon, Samsung ( [.] ) aan rechthebbende [B] ;
- 1 telefoon, Xiaomi ( [..] ) aan rechthebbende [B] .
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Riani el Achhab, voorzitter, mr. C.S.K. Fung Fen Chung en mr. L.M. Rödel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.M. Dijkstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 oktober 2024.
mr. L.M. Rödel is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 november 2023 te Amersfoort, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, een of meerdere ma(a)l(en) met een mes, althans een scherp voorwerp, in het been, althans het onderlichaam, en/of de borst(streek) en/of hart(streek), althans het bovenlichaam, van die [slachtoffer] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 november 2023 te Amersfoort, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen een of meerdere ma(a)l(en) met een mes, althans een scherp voorwerp, in het been, althans het onderlichaam, en/of de borst(streek) en/of hart(streek), althans het bovenlichaam, van die [slachtoffer] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal Einddossier van 20 mei 2024, onderzoeksnummer MD3R023144, documentcode 20240502.1610.10514, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 184. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte van 30 november 2023, pagina 40.
3.Een proces-verbaal van aangifte van 30 november 2023, pagina 41.
4.Een geschrift, te weten een letselrapportage forensische geneeskunde van 6 december 2023, opgemaakt door [F] , forensisch arts KNMG, pagina 133.
5.Een geschrift, te weten een letselrapportage forensische geneeskunde van 6 december 2023, opgemaakt door [F] , forensisch arts KNMG, pagina 134.
6.Een proces-verbaal van bevindingen van 28 november 2023, pagina 32.
7.Een proces-verbaal van bevindingen van 8 december 2023, pagina 177.