In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, gaat het om een geschil tussen de Stichting De Alliantie en een huurder over de betaling van servicekosten, projectkostenverhogingen en verhogingen van warmtekosten. De Alliantie verhuurt sinds 1 april 2018 een woning aan de gedaagde, die deel uitmaakt van een complex. De Alliantie heeft een onderhouds- en isolatieplan gepresenteerd aan de huurders, waar meer dan 70% van de bewoners mee heeft ingestemd. Na de uitvoering van de werkzaamheden zijn de huurprijs en het voorschot op de warmtekosten verhoogd. De gedaagde is het niet eens met deze verhogingen en heeft deze (deels) niet betaald.
De kantonrechter heeft de gewijzigde vordering van de Alliantie toegewezen, waarbij de gedaagde in de proceskosten is veroordeeld. De rechter oordeelde dat de gedaagde gebonden is aan het onderhouds- en isolatieplan, aangezien de meerderheid van de huurders had ingestemd. De verhogingen zijn rechtmatig en de gedaagde moet de projectkostenverhoging van € 14,00 per maand en de verhoging van de warmtekosten van € 24,00 per maand betalen. De kantonrechter heeft ook vastgesteld dat de gedaagde recht heeft op een terugbetaling van € 308,54 van de Alliantie, na verrekening van de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt het belang van de instemming van huurders met onderhouds- en isolatieplannen en de gevolgen van dergelijke instemmingen voor individuele huurders. De kantonrechter heeft de proceskosten gematigd, rekening houdend met de communicatieproblemen tussen partijen, maar heeft de gedaagde wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten.