In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat verweerder volgens hem niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 10 februari 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, heeft op 9 februari 2024 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiser heeft op 20 november 2023 beroep ingesteld, nadat de beslistermijn was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn inderdaad is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, en het betaalde griffierecht van € 50,- moet ook aan eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.