ECLI:NL:RBMNE:2024:5924

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 oktober 2024
Publicatiedatum
21 oktober 2024
Zaaknummer
UTR 24/4681
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Het besluit waartegen beroep is ingesteld, dateert van 21 mei 2024. Eiseres heeft haar beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 3 juli 2024, terwijl de termijn voor indiening op 2 juli 2024 verstreken was. De rechtbank heeft geen zitting belegd, omdat het niet nodig was gezien de te late indiening van het beroep.

De rechtbank legt uit dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend. Eiseres heeft in haar verweer aangevoerd dat zij de indiening van het beroepschrift heeft uitgesteld vanwege de bezorgtermijnen van PostNL, maar de rechtbank oordeelt dat deze argumenten niet opgaan. Eiseres had alternatieve mogelijkheden om het beroepschrift tijdig in te dienen, zoals het gebruik van een PostNL-punt of een beveiligde maildienst.

Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren en is openbaar uitgesproken op 18 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4681

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 oktober 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
21 mei 2024.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. Op grond van artikel 6:9 van de Awb is een beroep tijdig ingediend, indien het voor het einde van de termijn is ontvangen.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 21 mei 2024. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 2 juli 2024 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 3 juli 2024. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 16 juli 2024 in de gelegenheid gesteld om te laten weten waarom zij het beroep na afloop van de beroepstermijn heeft ingediend. Eiseres heeft op voorgaand verzoek van de rechtbank gereageerd op 21 juli 2024.
5. De rechtbank oordeelt dat zij de reden van eiseres niet als geldige reden ziet waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. De rechtbank stelt vast dat de door eiseres aangehaalde vergelijkingen met de bezorgtermijnen van PostNL, de zogenoemde "tweedagenregel" en artikel 6:9 Awb in dit geval niet van toepassing zijn. Eiseres heeft er (bewust) voor gekozen het beroepschrift pas na het verstrijken van de termijn persoonlijk bij de rechtbank af te leveren. Er waren alternatieve mogelijkheden beschikbaar om het beroep tijdig in te dienen. Zo had eiseres onderweg naar de rechtbank een PostNL-punt kunnen bezoeken om het beroepschrift aangetekend te verzenden of zij had ervoor kunnen kiezen het via een beveiligde maildienst zoals Zivver te versturen.
6. Het beroep zal dan niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren rechter, in aanwezigheid van
L. El Kabch, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.