ECLI:NL:RBMNE:2024:5919
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht behandeld. Eiser heeft op 9 april 2024 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 8 maart 2024. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht niet heeft betaald. Dit griffierecht bedraagt € 51,- en is volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verplicht voor het indienen van een beroep.
De rechtbank heeft eiser op 19 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Deze brief is op 22 mei 2024 voor ontvangst getekend, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld en verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 Awb.
De rechtbank heeft ook bepaald dat er geen sprake is van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren en is openbaar uitgesproken op 17 september 2024. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze beslissing.