ECLI:NL:RBMNE:2024:5883

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
24/5942
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening om omgevingsvergunning voor uitweg

Op 9 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. drs. J.M. Lammers, heeft een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen de omgevingsvergunning die aan de vergunninghouder is verleend voor het aanleggen van een uitweg van zijn perceel. De vergunninghouder was ook aanwezig bij de zitting, vertegenwoordigd door N. el Khattouti en M. Plukkel.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang aanwezig was. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 29 juli 2024 door het college is verleend, en waartegen de verzoeker, als buurman van de vergunninghouder, beroep heeft ingesteld. De verzoeker vreest voor een verkeersonveilige situatie door de plannen voor de uitweg.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen zodanig spoedeisende situatie is dat het belang van de vergunninghouder bij het gebruik van de uitweg niet kan worden afgewogen tegen de zorgen van de verzoeker. De voorzieningenrechter concludeert dat het belang van de vergunninghouder zwaarder weegt dan de door de verzoeker aangevoerde verkeersproblematiek. Bovendien is het niet gebleken dat de situatie zo verkeersonveilig is dat er een voorlopige voorziening moet worden getroffen. De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, in aanwezigheid van griffier mr. A. Belhadi, en is uitgesproken in het openbaar.

Uitspraak

ECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/5942
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 oktober 2024 in de zaak tussen

[verzoeker] uit [plaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. drs. J.M. Lammers),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden, verweerder

(gemachtigden: N. el Khattouti en M. Plukkel).
Verder was partij bij de zaak:
[vergunninghouder]uit [plaats] , vergunninghouder.

Inleiding

In deze zaak heeft de rechtbank een mondelinge uitspraak gedaan, direct nadat de zaak is behandeld op de zitting van 9 oktober 2024. Dit proces-verbaal is de schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak.
Bij de zitting waren verzoeker, zijn gemachtigde, de gemachtigden van het college en de vergunninghouder aanwezig. De voorzieningenrechter heeft hen laten weten dat er geen hoger beroep open staat tegen deze uitspraak.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Motivering van de beslissing

1. Deze zaak gaat over de omgevingsvergunning die het college aan de vergunninghouder heeft verleend om een uitweg te maken van zijn perceel aan de [adres] in [plaats] . De voorzieningenrechter beoordeelt het besluit van 29 juli 2024, waarmee het college heeft beslist op het bezwaar van verzoeker en waarbij de omgevingsvergunning in stand is gelaten. Verzoeker is de buurman van de vergunninghouder en heeft beroep ingesteld, omdat hij het niet eens is met de plannen voor de uitweg. Omdat hij bovendien bang is voor een spoedeisende verkeersonveilige situatie, heeft hij de voorzieningenrechter gevraagd om de omgevingsvergunning te schorsen in afwachting van de behandeling van het beroep.
2. De voorzieningenrechter kan niet op het beroep beslissen (‘kortsluiten’), omdat er nog een ander beroep is ingesteld tegen dezelfde omgevingsvergunning.
3. Over de vraag hoe kansrijk het beroep is, overweegt de voorzieningenrechter dat uit de tekening bij de vergunning volgt dat een bijzondere verkeersmanoeuvre nodig is om vanaf de straat de uitweg te kunnen gebruiken. Dat komt omdat er achterwaarts en haaks op de straat moet worden ingestoken, om direct daarna terug te draaien om evenwijdig aan de straat in de voortuin te kunnen parkeren. Het is de vraag of deze manoeuvre in de praktijk ook zo gemaakt zal worden en hoe dit zich verhoudt tot het beoordelingskader uit de Algemene Plaatselijke Verordening. Het is aan de rechtbank om zich daarover de buigen in de beroepsprocedure.
4. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat er geen sprake is van een zodanig spoedeisende situatie waarbij verzoeker er belang bij heeft dat de vergunde uitweg nu niet kan worden gebruikt. Het belang dat de vergunninghouder heeft bij het in gebruik nemen van de uitweg weegt zwaarder dan het voorkomen van de door verzoeker aangekaarte verkeersproblematiek. Het is niet gebleken dat de situatie zo verkeersonveilig is dat er een voorlopige voorziening moet worden getroffen.
5. Het college hoeft geen proceskosten of griffierecht te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Belhadi, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 oktober 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.