Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de mondelinge behandeling van 23 september 2024, waar partijen mede aan de hand van een pleitnota hun standpunten hebben toegelicht en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord.
1. met inachtneming van dit vonnis (opnieuw) onderzoek moet doen naar de tarieven en naar aanleiding daarvan:
b. of nieuwe tarieven moet vaststellen die voor alle inschrijvers gelden,
2. vooralsnog geen raamovereenkomsten mag sluiten waarbij de in dit kort geding ter discussie staande tarieven van toepassing zijn.
3.De achtergrond van het geschil
• In november 2023 is een marktconsultatie gehouden,
• Gemeente Almere heeft aan advies- en onderzoeksbureau Significant (hierna: Significant) de opdracht gegeven om te komen tot herijkte tarieven vanaf 2025,
• Significant heeft in februari een “technische werksessie” gehouden, waarbij de uitgangspunten voor de tarifering zijn besproken.
• Medio mei 2024 is een informatiesessie gehouden.
De inkoopprocedure is op 14 juni 2024 gestart. De inschrijving moest op uiterlijk
6 augustus 2024 worden ingediend. In de tussenliggende periode is er gelegenheid geweest tot het stellen van vragen in de vorm van Nota’s van Inlichtingen (NvI). Er hebben vijf vragenrondes plaatsgevonden, namelijk op 1 juli 2024, 2 juli 2024, 11 juli 2024,
26 juli 2024, en 5 augustus 2024. Ook zijn er in juni 2024 nog technische sessies gehouden.
4. De beoordeling
• sprake is van een niet onderbouwde en onrealistische norm voor productieve uren,
• de verhouding tussen directe cliëntgebonden tijd en indirecte cliëntgebonden tijd
niet passend is,
• sprake is van een ontoereikende vergoeding voor “no show”,
• geen/onvoldoende rekening is gehouden met de kosten voor zorg die in Kinderbehandelcentra (KBC’s [2] ) wordt verleend,
• de huisvestingskosten niet in het tarief zijn inbegrepen, wat wel had gemoeten,
• de vergoeding voor tolken niet in het tarief is inbegrepen, wat wel had gemoeten,
• de vergoeding voor extern personeel niet in het tarief is inbegrepen, wat wel had gemoeten.
1. geboden om met inachtneming van dit vonnis nogmaals onderzoek te doen naar de tarieven en aan de hand daarvan alsnog reële tarieven vast te stellen die voor alle inschrijvers gelden,
2. geboden om de inkoopprocedure aan deze nieuwe tarieven aan te passen,
3. geboden om een nieuwe inschrijfdatum te bepalen voor deze aangepaste inkoopprocedure,
4. verboden om raamovereenkomsten te sluiten waarbij de in dit kort geding ter discussie staande tarieven van toepassing zijn, en voor zover zij dat al heeft gedaan daaraan geen uitvoering te geven.
a. de deskundigheid van de beroepskrachten en de toepasselijke arbeidsvoorwaarden,
Gemeente Almere heeft allereerst niet gesteld dat zij heeft onderzocht of de aanscherping van de norm voor productieve uren in de praktijk haalbaar is. Het wordt er daarom voor gehouden dat zij dit niet heeft gedaan en dat had zij wel moeten doen (zie toetsingskader).
Verder heeft Gemeente Almere niet/onvoldoende gemotiveerd onderbouwd dat de door haar behoorlijk aangescherpte norm realistisch is. Gemeente Almere heeft slechts volstaan met de opmerking dat het weliswaar reëel is dat bepaalde activiteiten uitgevoerd moeten worden waarbij een jeugdige of iemand uit zijn omgeving niet aanwezig is, maar dat het
uitgangspunt wel is dat jeugdhulp alleen effectief is als het overgrote deel van de in te zetten uren ook daadwerkelijk contactmomenten zijn met de jeugdige en/of pleegouder(s)/verzorger(s). Gemeente Almere heeft vervolgens aangegeven dat zij een verhouding van 75-25% reëel acht voor een perceel als ambulante begeleiding waarbij geen sprake is van een behandelingscomponent of hoog specialistische component. Dat is te kort door de bocht. Gemeente Almere moet ook onderbouwen dat deze verhouding voor een redelijk efficiënt opererende jeugdhulpzorgverlener haalbaar is, en dat heeft zij niet gedaan.
- die binnen 24 uur voor aanvang van de afspraak worden afgezegd,
In geval van begeleiding groep (perceel 1 en 2) of dagbesteding (perceel 3) worden de geplande uren volledig vergoed. In het geval van individuele begeleiding (perceel 1 en 2) wordt wel de reistijd vergoed (indien van toepassing), maar niet de geplande tijd voor de begeleiding zelf. Het voorgaande volgt uit het bepaalde in 3.3.9 van het PvE en staat overigens ook niet tussen partijen ter discussie. [7]
Gemeente Almere heeft weliswaar toegelicht waarom zij deze vergoedingsregeling wil invoeren, namelijk om efficiënt en innovatief werken te stimuleren. Zowel voor het voorkomen van “no show”, als voor het benutten van vrijgekomen tijd voor het verrichten van andere werkzaamheden (zoals het plegen van telefoontjes, het werken aan dossiers voor de betreffende jeugdigen of andere jeugdigen). Gemeente Almere heeft echter niet gesteld dat zij heeft onderzocht dat er in de praktijk nog ruimte is voor deze door haar gewenste efficiency- en innovatieslag en zij heeft dat ook niet gemotiveerd onderbouwd.
Daarbij wordt in aanmerking genomen dat Gemeente Almere in punt 56 van de conclusie van antwoord zegt dat zij ervan uitgaat dat aanbieders alles doen wat mogelijk is om “no show” te voorkomen. Dit verdraagt zich, zonder nadere toelichting, die er niet is, niet met de stelling van Gemeente Almere dat er nog mogelijkheden zijn.
Bovendien staat de vergoeding voor “no show” niet op zichzelf. Het moet worden bezien in relatie met de andere kostencomponenten, zoals de norm voor productieve uren en de verhouding tussen “directe cliëntgebonden tijd” en “indirecte cliëntgebonden tijd. Deze componenten bepalen zijn mede van belang om te bepalen of sprake is van een reële vergoeding.
Immers, er wordt in deze inkoopprocedure geen behandeling uitgevraagd. Het is dus niet zo, zoals Vitree c.s. stelt dat Gemeente Almere met de inkoopprocedure ook “de KBC’s” beoogt in te kopen.
Dat de begeleidingszorg in KBC’s zwaarder is dan specialistische zorg komt volgens
Vitree c.s., onder andere omdat er in het KBC kinderen zijn die nog niet voor behandeling in aanmerking komen, maar wel moeten worden begeleid. Het gaat om kinderen onder de 5 jaar waarbij nog niet voor de behandeling vereiste IQ-test kan worden afgenomen en die daardoor nog niet in aanmerking komen voor een behandelindicatie op grond van de Wet langdurige zorg.
Gemeente Almere (althans het door haar ingeschakelde bureau Significant) heeft een uitvraag gedaan naar de kosten voor overhead exclusief huisvestingskosten. Vitree c.s. heeft daarvan opgave gedaan. In het rapport is Significant echter uitgegaan van overhead inclusief huisvestingskosten, ook al was daarnaar geen uitvraag gedaan. Significant is bovendien uitgegaan van de kosten zoals naar aanleiding van de uitvraag voor de kosten van overhead exclusief huisvestingskosten was opgegeven. Dit betekent dat de huisvestingskosten niet in de overhead zijn inbegrepen.
In de tweede plaats heeft Gemeente Almere onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat zij bij de huisvestingskosten oog heeft gehad voor de situatie dat in het kader van de inkoopprocedure ook begeleidingszorg in een KBC kan worden verleend. Dat had zij wel moeten doen.
a. de verhouding tussen directe cliëntgebonden tijd en indirecte cliëntgebonden tijd,
b. de vergoeding voor no show,
c. de begeleidingszorg die wordt verleend in KBC’s,
d. de huisvestingskosten,
e. de kosten van de tolk,
1. met inachtneming van dit vonnis (opnieuw) onderzoek moet doen naar de tarieven en naar aanleiding daarvan: a. of gemotiveerd moet onderbouwen dat de vastgestelde tarieven toch reëel zijn,
b. of nieuwe tarieven moet vaststellen die voor alle inschrijvers gelden,
2. vooralsnog geen raamovereenkomsten mag sluiten waarbij de in dit kort geding ter discussie staande tarieven van toepassing zijn.
a. de inkoopprocedure aan deze nieuwe tarieven aanpassen,
b. een nieuwe inschrijfdatum bepalen om in te schrijven op deze aangepaste inkoopprocedure, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
•de inschrijfdatum moet zijn gelegen in 2024 zodat er per 1 januari 2025 raamovereenkomsten kunnen worden gesloten,
- dagvaarding € 135,97
- nakosten €
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
5.De beslissing
a. of gemotiveerd te onderbouwen dat de vastgestelde tarieven toch reëel zijn,
b. of nieuwe tarieven vast te stellen,
a. de inkoopprocedure aan deze nieuwe tarieven aan te passen,
b. een nieuwe inschrijfdatum bepalen om in te schrijven op deze aangepaste inkoopprocedure, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
•de inschrijfdatum moet zijn gelegen in 2024 zodat er per 1 januari 2025 raamovereenkomsten kunnen worden gesloten,