Op 14 oktober 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in de zaak tegen een betrokkene die ter beschikking is gesteld met voorwaarden. De rechtbank heeft het verzoek van de betrokkene afgewezen om de voorwaarde te wijzigen die hem verbiedt om zonder toestemming van de reclassering naar het buitenland te reizen. De betrokkene, geboren in Soedan, had verzocht om toestemming om naar Egypte af te reizen om zijn moeder te bezoeken, die op korte termijn een operatie moet ondergaan. De rechtbank begrijpt de persoonlijke belangen van de betrokkene, maar oordeelt dat de risico's van een buitenlandse reis op dit moment te groot zijn. De reclassering had in haar advies aangegeven dat de risico's onvoldoende konden worden ondervangen, zelfs niet met begeleiding van een vriendin. De rechtbank heeft daarbij ook gekeken naar eerdere beslissingen en de voortgangsverslagen van de betrokkene, waaruit blijkt dat hij in het verleden psychotische klachten heeft gehad en dat er serieuze risico's verbonden zijn aan zijn wens om naar Egypte te reizen. De rechtbank concludeert dat de huidige beschermde setting en het toezicht van de reclassering essentieel zijn voor de stabiliteit van de betrokkene. Daarom wijst de rechtbank het verzoek tot wijziging van de voorwaarden af.