ECLI:NL:RBMNE:2024:5825

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
11092323 \ MC EXPL 24-2982
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade aan schuifpui en ruit

In deze zaak vordert eiseres, gezamenlijk eigenaar van een woning, schadevergoeding van gedaagde voor schade aan een schuifpui en een ruit. Gedaagde, die met haar kinderen in de woning woont, heeft de schade medio maart 2022 geclaimd bij haar aansprakelijkheidsverzekeraar. De verzekeraar heeft een expert ingeschakeld, die concludeert dat de schade niet is ontstaan door onjuist gebruik van de schuifpui. Eiseres stelt dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door de schuifpui niet correct te openen, wat zou hebben geleid tot schade. Gedaagde betwist deze aansprakelijkheid en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.

De kantonrechter oordeelt dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het causale verband tussen de gestelde onrechtmatige daad en de schade. De expert heeft vastgesteld dat fors geweld nodig is om het sluitsysteem te ontwrichten, wat niet aannemelijk is gemaakt door eiseres. Ook de schade aan de ruit kan niet worden toegeschreven aan gedaagde, aangezien de deskundige concludeert dat de schade aan de buitenzijde is ontstaan, wat niet kan worden verklaard door de stellingen van eiseres. De schriftelijke verklaring van gedaagde wordt niet als bewijs voor haar aansprakelijkheid erkend, omdat het causale verband niet is aangetoond. Eiseres wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 11092323 \ MC EXPL 24-2982
Vonnis van 16 oktober 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. H.R. Yucesan te Almere,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. R.M. Berendsen te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 29 april 2024 met producties 1 t/m 7;
- de conclusie van antwoord met één productie;
- de conclusie van repliek met producties 8 t/m 10;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de kantonrechter die dit vonnis wijst dezelfde initialen en achternaam heeft als de gemachtigde van gedaagde, maar niet dezelfde persoon is.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is gezamenlijk met haar broer eigenaar van de woning aan het [adres] te [plaats] (hierna: de woning). [gedaagde] is met haar twee kinderen vanaf 10 oktober 2020 in de woning gaan wonen.
2.2.
De schuifpui en een ruit van de schuifpui van de woning zijn beschadigd. [gedaagde] heeft voor die schades medio maart 2022 een schadeclaim bij haar aansprakelijkheidsverzekeraar ingediend.
2.3.
De aansprakelijkheidsverzekeraar heeft het expertisebureau [naam] (hierna: [naam] ) ingeschakeld om de schadeclaim te onderzoeken. De bevindingen zijn door [naam] vastgelegd in een rapport van 14 juni 2022 (hierna: het expertiserapport). In het expertiserapport staat onder meer:
“Op genoemde schadedatum is een beschadiging ontstaan aan de
hefschuifpui in de koopwoning van wederpartij. De beschadiging zou zijn
ontstaan doordat verzekerde de hendel van de hefschuifpui te hard heeft
doorgedrukt. Het betreft hier een hefschuifpui die voor het openen eerst
naar voren getrokken dient te worden. Dit heeft verzekerde niet gedaan.
Hierdoor is het sluitsysteem volledig ontwricht geraakt.
(…)
Na genoemde schadedatum zou het kind van verzekerde tevens een hard
object tegen de ruit van de hefschuifpui hebben gegooid. Wat voor object is
ons onbekend gebleven. Tegenpartij was boven toen het voorval zich
voordeed. Hierdoor zit er nu een barst in de buitenste ruit van de
hefschuifpui.
Gelet op de aard van de eerste beschadiging achten wij het niet
aannemelijk dat op de beschreven wijze het sluitsysteem ontwricht is
geraakt. Een dergelijk systeem is normaal gesproken zodanig ingericht dat
een verkeerde handeling hooguit leidt tot een blokkering. Voor het doen
ontwrichten van de gehele sluitsysteem is fors geweld nodig. Wij hebben de
gang van zaken rondom de beschadiging niet rechtstreeks van verzekerde
mogen vernemen, aangezien zij volgens wederpartij geen Nederlands
sprak en daarom niet aanwezig was ten tijde van ons bezoek.”
2.4.
In september 2022 heeft [gedaagde] een schriftelijke verklaring ondertekend. In die verklaring staat onder meer:
“Ik heb schade toegebracht aan de schuifpui, het is in mijn handen stuk gegaan. Zij[toevoeging kantonrechter: [eiseres] ]
heeft mij verschillende keren uitgelegd hoe ik de deur moet dichtmaken. Het gaat om een hefpui geen gewone schuifpui. De laatste dag dat ik de deur dicht deed hoorde ik een harde klap en sinds dien ging de deur niet goed dicht.
(…)
Mijn dochter heeft de ruit van de schuifpui beschadigd. Ik herinner mij niet meer goed met wat voor object de barst is ontstaan, volgens mij was het speelgoed. Ik stond op dat moment in de keuken en ik hoorde een harde klap. Mevrouw [eiseres] was zelf boven en kwam kort na de klap naar beneden. Samen constateerden we dat de ruit aan de binnenzijde gebarsten was.”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 6.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
II. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, en de nakosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten en nakosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In de kern gaat dit geschil om de vraag of [gedaagde] aansprakelijk is voor de schades aan de schuifpui en de ruit van de schuifpui van de woning.
Schade aan de schuifpui
4.2.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door de schuifpui van de woning te ontwrichten. Volgens [eiseres] heeft zij [gedaagde] instructies gegeven hoe de schuifpui geopend moest worden, maar heeft [gedaagde] de schuifpui niet op de juiste wijze geopend. Daardoor zou het sluitsysteem zijn ontwricht en is de schuifpui onherstelbaar beschadigd geraakt. Ter onderbouwing van haar stellingen verwijst [eiseres] naar de schriftelijke verklaring die [gedaagde] heeft getekend.
4.3.
[gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat zij aansprakelijk is voor de schade aan de schuifpui.
4.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiseres] haar stelling dat de schuifpui beschadigd is geraakt door het niet op de juiste wijze openen daarvan onvoldoende onderbouwd. De schade-expert van [naam] concludeert in het expertiserapport, dat door [eiseres] in het geding is gebracht, dat het gezien de aard van de schade onaannemelijk is dat het sluitsysteem van de schuifpui ontwricht is geraakt door het onjuist openen daarvan. Volgens de schade-expert van [naam] is voor het ontwrichten van het systeem fors geweld nodig. Hoewel [eiseres] stelt dat de bevindingen van [naam] onjuist zijn, heeft zij die stelling niet gemotiveerd of onderbouwd. Daarmee is het causale verband tussen de gestelde onrechtmatige gedraging van [gedaagde] en de schade aan de schuifpui niet vast komen te staan.
Schade aan de ruit van de schuifpui
4.5.
[eiseres] stelt dat de minderjarige dochter van [gedaagde] een object heeft gegooid tegen de binnenste ruit van de schuifpui als gevolg waarvan er schade aan de ruit is ontstaan. Ter onderbouwing van haar stelling verwijst [eiseres] naar de schriftelijke verklaring die [gedaagde] heeft getekend en foto’s en filmopnamen van de beschadiging van de ruit.
4.6.
[gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat zij aansprakelijk is voor de schade aan de ruit van de schuifpui.
4.7.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiseres] haar stelling dat de ruit van de schuifpui beschadigd is geraakt in het licht van de gemotiveerde betwisting door de schade-expert van [naam] onvoldoende onderbouwd. In het rapport concludeert de deskundige van [naam] dat de ruit van de schuifpui aan de buitenzijde beschadigd is. Niet valt in te zien hoe de buitenzijde van de ruit beschadigd is geraakt door het gooien van een object vanuit de woning. Weliswaar heeft [eiseres] gesteld dat de bevindingen van [naam] onjuist zijn en dat de binnenzijde van de ruit beschadigd is, maar [eiseres] heeft die stelling onvoldoende onderbouwd. De door [eiseres] in het geding gebrachte foto’s en filmopnamen overtuigen niet. Daarmee is het causale verband tussen de gestelde onrechtmatige gedraging en de schade aan de ruit van de schuifpui niet vast komen te staan.
Schriftelijke verklaring
4.8.
Ten aanzien van de verklaring van september 2022 die [gedaagde] heeft getekend geldt het volgende. Onbetwist is vast komen te staan dat de verklaring door [eiseres] is opgesteld en door [gedaagde] is getekend. Eveneens staat vast dat Nederlands niet de moedertaal van [gedaagde] is. [gedaagde] heeft betwist dat zij de bedoeling heeft gehad haar aansprakelijkheid voor de twee schades met de ondertekening van de verklaring te erkennen. Beantwoording van de vraag welke waarde aan de schriftelijke verklaring van [gedaagde] moet worden toegekend kan in het midden blijven, omdat het causale verband tussen de gestelde onrechtmatige gedragingen en schades niet is vast komen te staan.
Bewijsaanbod wordt gepasseerd
4.9.
Bij conclusie van repliek heeft [eiseres] de kantonrechter nog verzocht om een deskundige te benoemen om de schade aan de schuifpui en de ruit van de schuifpui te onderzoeken. [eiseres] heeft onvoldoende gedaan om de bevindingen van [naam] te weerspreken. Mede gelet op het feit dat het rapport van [naam] dateert van 14 juni 2022 had het op haar weg gelegen om voorafgaande aan deze procedure zelf een deskundige te benoemen. Dat heeft [eiseres] niet gedaan. Haar vordering zal als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
Proceskosten
4.10.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
813,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 813,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024.