ECLI:NL:RBMNE:2024:5808

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
10 oktober 2024
Zaaknummer
581176 / HA RK 24-166
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een rechter wegens ontbreken van verplichte procesvertegenwoordiging

Op 2 oktober 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. A.F. Hermans. Het verzoek tot wraking werd op 16 september 2024 ingediend, maar was niet ondertekend door een advocaat, wat vereist is in procedures met verplichte procesvertegenwoordiging. De wrakingskamer heeft de verzoeker op 17 september 2024 geïnformeerd over het verzuim en hem de gelegenheid gegeven om dit binnen twee weken te herstellen. De verzoeker heeft echter niet gereageerd binnen de gestelde termijn. Hierdoor heeft de wrakingskamer besloten dat de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, aangezien de niet-ontvankelijkheid evident was. De wrakingskamer heeft de griffier opgedragen om deze beslissing aan alle betrokken partijen te sturen en heeft bepaald dat de procedure in de hoofdzaak moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer: 581176 / HA RK 24-166
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van 2 oktober 2024
op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
(hierna: verzoeker).

1.De procedure

1.1.
De wrakingskamer heeft op 16 september 2024 een wrakingsverzoek ontvangen van verzoeker gericht tegen mr. A.F. Hermans (hierna: de rechter) in de zaak met kenmerk C/16/573017/ BE RK (hierna: de hoofdzaak).
1.2.
Op 17 september 2024 heeft de wrakingskamer verzoeker per brief erop gewezen dat het wrakingsverzoek (mede) door een advocaat moet worden ondertekend omdat in de hoofdzaak sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging. Verzoeker heeft tot en met 1 oktober 2024 de tijd gekregen het verzuim te herstellen. Daarbij is medegedeeld dat het wrakingsverzoek anders niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Verzoeker heeft niet binnen de gestelde termijn op de brief van de wrakingskamer gereageerd.
1.3.
De wrakingskamer heeft, gelet op het onderstaande, afgezien van een mondelinge behandeling.
1.4.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
De wrakingskamer stelt vast dat in de hoofdzaak van verzoeker verplichte procesvertegenwoordiging geldt. In procedures waarin procesvertegenwoordiging verplicht is, is ondertekening van een schriftelijk wrakingsverzoek door een advocaat vereist. [1] Dit betekent dat verzoeker alleen met bijstand van een advocaat een schriftelijk wrakingsverzoek kan indienen.
2.2.
Het verzoek tot wraking dat op 16 september 2024 is ontvangen door de wrakingskamer is niet ondertekend door een advocaat. De wrakingskamer heeft verzoeker een termijn gegund van twee weken om dit verzuim te herstellen en heeft hem er op gewezen dat het wrakingsverzoek anders niet-ontvankelijk wordt verklaard. Verzoeker heeft niet binnen de gestelde termijn alsnog een wrakingsverzoek ingediend dat (mede) is ondertekend door een advocaat.
2.3.
Omdat het wrakingsverzoek niet is ondertekend door een advocaat, is verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
2.4.
Op grond van deze kennelijke niet-ontvankelijkheid hoeft er geen mondelinge behandeling plaats te vinden.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoeker, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, andere betrokken partijen, de teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkt, en de president van deze rechtbank;
3.3.
bepaalt dat de procedure van verzoeker met zaaknummer C/16/573017/ BE RK moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.M. Spelt, voorzitter, en mr. L.C. Michon en mr. N.A.J. Purcell als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. N.S. Stekkel, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 2.1.2 van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank.