ECLI:NL:RBMNE:2024:5808
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een rechter wegens ontbreken van verplichte procesvertegenwoordiging
Op 2 oktober 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. A.F. Hermans. Het verzoek tot wraking werd op 16 september 2024 ingediend, maar was niet ondertekend door een advocaat, wat vereist is in procedures met verplichte procesvertegenwoordiging. De wrakingskamer heeft de verzoeker op 17 september 2024 geïnformeerd over het verzuim en hem de gelegenheid gegeven om dit binnen twee weken te herstellen. De verzoeker heeft echter niet gereageerd binnen de gestelde termijn. Hierdoor heeft de wrakingskamer besloten dat de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, aangezien de niet-ontvankelijkheid evident was. De wrakingskamer heeft de griffier opgedragen om deze beslissing aan alle betrokken partijen te sturen en heeft bepaald dat de procedure in de hoofdzaak moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing.